Zondag 25 december 2022 - Kerstmis | Geboorte van de Heer
1e lezing: Jes.52,7-10
2e lezing: Heb.1,1-6
Evangelie: Joh.1,1-18 of 1-5.9-14
Kerstmis: Blijf zelf niet buiten schot
Het is kerstmis. Miljoenen mensen over de hele wereld hebben vannacht de geboorte gevierd van het Kerstkind. En ook vanmorgen zijn wij hier samengekomen om Kerstmis te vieren. Vannacht hoorden we uit het Lucasevangelie het zo bekende Kerstverhaal wat zo tot de verbeelding van velen heeft gesproken en ook de kerststal geeft iets weer van de sfeer van dat evangelie.
Vanmorgen is het echter anders. U zult wel gemerkt hebben dat we niet het Lucasevangelie hebben gelezen, maar het evangelie volgens Johannes waarin als het ware de diepte van het kerstgebeuren wordt weergegeven. Want de geboorte van het Kerstkind draagt een diepe boodschap in zich die iets wil betekenen voor mijn leven. Het Kerstgebeuren heeft namelijk met mij te maken. Het is echter helemaal niet vanzelfsprekend om het kerstgebeuren ook zo te beleven.
Bij een van de kerstvieringen hoorde ik een gedicht dat dit mooi verwoordde. De eerste strofe luidde als volgt:
“Je vroeg mij, om een kerstgedicht te schrijven;
ik kan natuurlijk op de vlakte blijven
en spreken van de herders en de stal,
en van de engelen, die het heelal
vervulden met hun jubelende zingen;
van al die mooie, wonderlijke dingen
bij de geboorte van de Zoon van God –
maar ‘k bleef daarbij dan zelf wel buiten schot.”
Nee, we willen niet op de vlakte blijven. Kerstmis openbaart een diep geheim. Het Woord is vlees geworden. God wordt Mens, wordt Mens om ons Gods vrede te schenken. Jezus heeft ons God namelijk geopenbaard als de Immanuel, de God-met-ons. Een God die aandacht heeft voor ons mensen. Zo heeft Jezus het ons laten zien. Hij was genezend aanwezig waar mensen ziek waren. Hij was troostend aanwezig waar mensen bedroefd waren, Hij was aanwezig waar mensen uitgestoten werden, maar die Hij zag staan. Ja, ten diepste heeft Jezus ons willen genezen door zijn dood op het kruis. We hebben een God van vergeving die nieuwe kansen biedt, daardoor vrede schenkt.
Kerstmis is niet voor niets feest van de vrede. Over de vrede wordt dan ook met Kerstmis heel veel gepraat. Want mensen verlangen naar vrede. Er zijn overal in de wereld initiatieven tot vrede. Het Midden-Oosten, Irak, Oekraïne. Maar tegelijk zien we toch ook hoe die vrede telkens weer wordt geschonden, zoals in Oekraïne. Zelfmoordcommando’s in Irak, terreurcellen in Europa. Mensen slaan elkaar de koppen in voor geld, soms nauwelijks noemenswaard.
We spreken over vrede, we horen toespraken over vrede, maar blijft het misschien toch niet te ver van ons vandaan? Het gedicht zegt:
“Ik zou wel van vrede kunnen spreken,
van volkeren die hun verdragen breken,
die mensenrechten treden met de voet;
van wanhoop, want men weet niet hoe het moet
om ooit op aarde vrede te bewerken,
omdat de zwakken vluchten voor de sterken,
omdat ze hulp’loos schreeuwen: “Waar is God?”
Maar dan nog bleef ik zelf wel buiten schot.”
Kerstmis, de geboorte van Jezus heeft een boodschap voor mijn leven. We mogen geloven in een God die heel dicht bij ons wil zijn, die als een kind in onze wereld is gekomen, die vergeeft, nieuwe kansen biedt. We mogen geloven in een God die solidair is, die wij in Jezus onze broeder mogen noemen, die ons draagt en verdraagt, met ons wil gaan doorheen heel ons leven. Van die nabije God getuigt de kerststal die dan ook een sfeer van vrede en sereniteit, warmte en verbondenheid uitstraalt.
Die God echter vraagt van mij dat ik die boodschap ook echt toelaat in mijn leven. Er iets mag veranderen in mijn bestaan. Johannes zegt: “Het Woord is vlees geworden.” God is werkelijk mens geworden. Heeft ons laten zien wat mens-zijn mag betekenen. Het heeft Jezus veel, ja alles mogen kosten. Hij heeft voor die diepe boodschap van vrede zelfs zijn leven willen geven. En Hij nodigt ons uit om die mooie woorden van vrede, ook vlees te laten worden in ons eigen leven. Dat wij verzoenend willen zijn voor de mensen om ons heen, elkaar een plaats gunnen in ons leven, genezend willen werken door de aandacht voor elkaar, ook voor hen die we minder mogen. Elkaar willen dragen en verdragen, werkelijk broeders en zusters willen zijn. Oog hebben voor het zwakke in onze eigen omgeving, als een christen willen leven.
Het gedicht besluit als volgt:
“Het is zo gemakkelijk om God te vragen
je zonde als een nevel weg te vagen,
te bidden om de vreugd’ die niet vergaat,
terwijl je alles bij het oude laat;
maar Bethlehem is tot een eeuwig teken
voor wie God aanroept, met zichzelf moet breken;
hij houdt zijn leven niet meer buiten schot:
doeltreffend is de liefdespijl van God!”
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie
Gedicht: Nel Benschop
Illustratie: Wassenbeeld van Maria met kind Jezus en engel in Museum De Schat van Simpelveld. (c) Foto: Footlight Beeld & Design