Maandag 29 april: Verandering van mindset
Vandaag de eerste dag. Om 8 uur begint de werkdag! De zaal is ingedeeld in grote tafels met elk plaats voor ongeveer twaalf personen. Van tevoren is de groepsindeling bepaald vanwege de talen: Spaans, Frans, Engels en Italiaans. Tot mijn verbazing blijk ik toch in een Italiaanse groep te zijn ingedeeld, ofschoon ik Engels had opgegeven. Laten we het maar houden op voorzienigheid. Je weet nooit waar het voor bedoeld is.
Eerst zijn er de nodige inleidingen die verschillende aspecten van de synodaliteit nog eens nader verklaren. En het wordt ook meteen duidelijk: er wordt wat van jullie verwacht. De kardinalen maken duidelijk dat de resultaten van dit synodaal-bij-elkaar-zijn worden meegenomen naar het werkdocument, het instrumentum laboris, voor de synode bijeenkomst in oktober. De verhalen van de pastoors wil men nu horen. Hoe hebben zij de synode beleefd in hun realiteit, wat waren de vreugden, maar ook wat waren de teleurstellingen? De vraag die vandaag voor de pastoors centraal moet staan, is wat is het gelaat van de synode dat je hebt gezien?
Daarna neemt het secretariaat van de synode de regie over. Luisteren daar gaat het om, delen van ervaringen. Iedereen is uitgenodigd om aan dit proces mee te doen. Tussendoor is er een kleine video met een boodschap van de paus. Die onderstreept dit nogmaals. Nee, er zijn geen spannende nieuwe dingen te horen voor wie het proces van de synodale Kerk een beetje heeft gevolgd, maar je merkt dat men de groep van ongeveer 250 pastoors goed wil voorbereiden op de taak die hen wacht. We worden binnengeleid in de synodale Kerk.
Vervolgens komen enkele experts aan het woord. Tomas Halik, in Nederland wel een bekende auteur, benadrukt de nederigheid en vertelt dat een synodale kerk vooral een kerk is die pelgrimeert naar de vrijheid, naar het ware christen zijn. God spreekt door de geschiedenis en door crises. Zo’n crisis is geen mislukking, maar hoop. Deze verandering van mindset moeten we maken. Een andere expert vertelt dat we met verbazing mogen kijken naar onze parochies om te zien wat er gebeurt en hoe de heilige Geest werkt. Pastoor zijn betekent luisteren, leiden, ontwikkelen van gaven bij parochianen, onderscheiden, contemplatie. Zuster Becquart legt tenslotte uit hoe we methodologisch aan de slag gaan: luisteren in de Heilige Geest. En dan mogen we aan de slag.
In mijn groep zijn Italiaanse pastoors, velen uit Oost-Europa, één Koreaan en ik. Dan merk je al snel dat de uitgangspunten zeer verschillend zijn. Oost-Europa heeft met het communisme en de periode erna een hele andere ontwikkeling doorgemaakt. Italië staat cultureel dichterbij, maar de proporties zijn danig verschillend. En Korea beleeft absoluut ook een andere fase. Opvallend is dat de Oost-Europese landen beduidend minder enthousiast zijn over synodaliteit. Niet per se de pastoors zelf, maar de kerken daar hebben moeite met het concept of vrezen de mogelijke resultaten. De anderen getuigen van de positieve impact van het luisteren. Geconcludeerd wordt dat synodaliteit zeker positief is, maar dat we nog een hele weg te gaan hebben om het te leren. Lokale omstandigheden en geschiedenis zijn zeer bepalend en moeten gerespecteerd worden. Kerk zijn kan evenwel niet anders dan samen en de uitwisseling is verrijkend. Tot 13.15 uur wordt er stevig doorgewerkt om een soort van conclusie op papier te krijgen.
‘s Middags gaan de sessies verder. Twee sessies worden gebruikt voor een plenaire uitwisseling. Sommige groepen presenteren hun verslag en deelnemers en experts reageren op de inbreng. Zelf vind ik die sessies wel verrassend, al dwalen ze soms een beetje af van het eigenlijke onderwerp. De Spaanstalige groepen lijken erg gecharmeerd te zijn van de pastorale raad als factor in het parochieleven, maar de Afrikaanse priesters stellen daar vanuit hun ervaring wel vraagtekens bij. Anderen benadrukken hoe bepalend vrouwen zijn in het parochieleven, maar ga daarbij was snel voorbij aan het fundamentele verschil – terecht of onterecht – dat de Kerk zelf maakt. Voor mijn gevoel gaat het wat te veel over wie en hoeveel macht heeft in de Kerk, over de Kerk zelf en te weinig over de missie en de wereld buiten de Kerk. Als we met onze eigen groep nog eens mogen reflecteren op de middag voegen we daar iets van toe aan onze verslaglegging. Maar opnieuw merk je dat dit alles wel leeft in de hoofden van de West-Europese pastoors, niet in die van Oost-Europa.
Om zes uur vieren we gezamenlijk de eucharistie, in het Spaans. Nee, geen bisschop als hoofdcelebrant, het is echt pastoors onder elkaar. De Spaanse celebrant kondig bij het begin van de preek aan dat hij kort en duidelijk zal zijn. Dat duidelijk zijn, is hij echter na twee zinnen in het vuur van zijn preken al vergeten. Ook dat korte trouwens. Maar het zij hem vergeven. Ga maar eens preken voor 250 pastoors!
Het avondeten dat volgt is gezellig. Dat was het middageten overigens ook. De ontmoetingen en contacten op die momenten zijn minstens zo waardevol. Zo tref ik mijn collega uit bisdom Hasselt, de priesters van Engeland en ofschoon je voorheen niemand kende, blijkt meestal wel snel een of andere connectie te bestaan. Soms deel je gemeenschappelijke vrienden, soms professoren, soms bijzondere taken. Bij het avondeten wordt dan bovendien gedeeld wat ieder van zijn eigen land heeft meegebracht. Het is overvloedig. Er wordt dus niet alleen geestelijk gedeeld, maar ook in het materiële.