Neocatechumenale Weg wil doopsel laten herontdekken

Geplaatst op: 18-11-2022

Tekst: Matheu Bemelmans | Foto’s: Bisdom Roermond

Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw zijn er in de katholieke Kerk diverse nieuwe bewegingen ontstaan, die op een geheel eigen manier invulling proberen te geven aan hun geloof en aan nieuwe vormen van evangelisatie. Vaak zijn bij die bewegingen zowel leken als priesters en religieuzen aangesloten. Een daarvan is het Neocatechumenaat, dat inmiddels al een jaar of twintig in Limburg actief is. 

“Officieel zijn wij geen beweging,” zegt Stanislaw Kielek al direct aan het begin van het gesprek. “Wij noemen onszelf de Neocatechumenale Weg. Je kunt je wel bij ons aansluiten, maar we houden geen ledenlijst bij. Iedereen is welkom om met ons de weg van de herontdekking van het doopsel te gaan. Dat is een weg van christelijke initiatie, van ingroeien in het christelijk leven,” legt hij uit. In plaats van een beweging of methode spreekt Kielek het liefst over een ‘charisma’. “Wat wij doen is niet aan een bureau bedacht, maar in de praktijk ontstaan.”

Stanislaw Kielek is rector van het seminarie Redemptoris Mater, de eigen priesteropleiding van het Neocatechumenaat in Cadier en Keer. De opleiding is gevestigd in het statige Huize Blankenberg. Daar spreek ik hem, samen met het echtpaar Patrizia en Massimo Paloni, de coördinatoren van ‘De Weg’ in Nederland. Ook vice-rector Henry Rivas Franco is bij het gesprek aanwezig. Nadat de koffie is rondgedeeld, probeert de rector het charisma van de Neocatechumenale Weg uit te leggen. “Een belangrijke vraag in deze tijd is: hoe word je christen? Formeel natuurlijk door het doopsel. Maar je mag de vraag stellen of dat voldoende is. In de eerste eeuwen moesten volwassenen een lange voorbereidingstijd doorlopen, voordat ze gedoopt werden. Dat werd de periode van het catechumenaat genoemd. Tegenwoordig worden de meeste mensen als kind gedoopt en daarna opgevoed in een katholieke context. Maar de laatste decennia zien we dat die context ontbreekt. Je kunt je dus afvragen in hoeverre we echt christen zijn of pas tijdens ons leven christen worden.”

Massimo Paloni knikt en vult aan: “Het Tweede Vaticaans Concilie (de grote bisschoppenvergadering in de jaren zestig, mb) spreekt over het catechumenaat als een weg voor mensen die nog niet gedoopt zijn. Het gaat dan om volwassenencatechese. Dat kun je natuurlijk ook inzetten voor mensen die wel gedoopt zijn, maar niet veel van hun geloof afweten. In plaats van catechumenaat heb je het dan over neocatechumenaat, een herontdekking van je doopsel, daar is onze naam van afgeleid.”


Leden van de Neocatechumenale Weg tijdens een wijdingplechtigheid in de kathedraal in Roermond.

Sloppenwijken
De ontstaansgeschiedenis van de Neocatechumenale Weg gaat terug tot eind jaren vijftig. De Spaanse kunstschilder Kiko Argüello trok zich het lot aan van de armen die in de sloppenwijken van Madrid woonden. De ongelijkheid tussen arm en rijk leidde tot een crisis in zijn leven. Kielek: “Hij vroeg zich steeds af: waarom heb ik het goed en hebben anderen het zo slecht? Hij kwam daar niet uit. Hij zocht naar antwoorden in het geloof, maar vond ze niet. De hemel was van beton, heeft hij later wel eens gezegd.” Uiteindelijk waren het de ideeën van de joodse filosoof Henri Bergson over de intuïtie van de mens, die hem er weer bovenop hielpen. “Zo kwam op basis van zijn intuïtie ook zijn geloof in God weer terug. Hij voelde dat God wel moet bestaan,” aldus Kielek.

Massimo Paloni heeft er een fotoboek bij gepakt. “Kijk,” zegt hij, terwijl hij op enkele zwart-witfoto’s wijst: “begin jaren zestig ging Kiko zelf in de sloppenwijk Palomeras Altas aan de rand van Madrid wonen. Paus Johannes XXIII had gezegd: de vernieuwing van de Kerk moet van de armen komen. Dat sprak Kiko enorm aan. Hij hoopte tussen armen Christus te ontmoeten.” Hier begon hij ook de eerste christelijke gemeenschappen te vormen, die de basis van de Neocatechumenale Weg zouden gaan vormen. “Omdat er in die tijd weinig catechese voor volwassenen bestond, begon hij zelf maar met mensen over het geloof te praten en samen in de bijbel te lezen. Hij wilde niet evangeliseren, maar het ontstond spontaan,” aldus Paloni.

Kiko kreeg daarbij hulp van de theologe Carmen Hernández, die als missionaris wilde werken. Samen ontwikkelden zij het concept van de Neocatechumenale Weg. Kielek: “Dat is gebaseerd op drie pijlers: het woord van God, de eucharistie en het samenzijn in gemeenschappen. Die bestaan vooral uit gezinnen die in kleine groepen bij elkaar komen en samen over hun geloof praten, samen vieren en op die manier de weg van de christelijke initiatie volgen.”

Gemeenschappen
Vanuit Spanje maakten Kiko en Carmen halverwege de jaren zestig de oversteek naar Italië, waar in de buitenwijken van Rome de eerste grotere gemeenschappen in parochies ontstonden. “Van daaruit is De Weg over de hele wereld uitgewaaierd,” zegt Patrizia Paloni, die zich nu ook in het gesprek mengt. “Paus Paulus VI zei: doe wat de eerste christenen deden. Straal geloof, liefde en eenheid uit, dan kun je Christus ontmoeten en zijn boodschap ook op anderen overbrengen.” Rector Kielek vult aan: “Parochies vormen een gemeenschap, maar parochianen die in de kerk naast elkaar zitten, kennen elkaar vaak niet eens. Ons idee is dat mensen elkaar in de kleine groepen juist wel goed leren kennen.”

Begin jaren 2000 nodigde toenmalig bisschop Frans Wiertz de Neocatechumenale Weg uit om zich ook in het bisdom Roermond te vestigen. “Tijdens een kennismakingsgesprek had Kiko hem verteld dat de kinderen van onze gezinnen bijna allemaal bij gelovig blijven. De reactie van de bisschop was: als dat waar is, moeten jullie heel snel naar ons toekomen,” herinnert Massimo Paloni zich. “Als dat waar is…, als dat waar is…, bleef hij maar herhalen.”

Zo’n tien parochies bleken destijds bereid om een gemeenschap van het Neocatechumenaat te verwelkomen. Inmiddels hebben zich ook zo’n vijftien, hoofdzakelijk Italiaanse, missiegezinnen in Limburg gevestigd. Daarnaast is er in Cadier en Keer een eigen seminarie ontstaan, dat elk jaar een of meer nieuwe priesters aflevert. De studenten komen van over de hele wereld. Zij kiezen niet bewust voor Nederland, maar worden door loting aangewezen. Bij hun wijding worden ze priester van het bisdom waar ze de opleiding hebben gevolgd, met het doel daar te blijven. Inmiddels zijn er in diverse Limburgse parochies kapelaans, pastoors en zelfs een deken die tot de Neocatechumenale Weg behoren.


"Als dat waar is..." Oud-bisschop Frans Wiertz was onder de indruk van de wijze waarop gezinnen van de Neocatechumenale Weg kerkbetrokken blijven. 

Eigen vieringen
Desondanks is de beweging bij veel doorsnee parochianen in Limburg nog steeds redelijk onbekend. Dat komt onder andere doordat de gemeenschappen op zaterdagavond hun eigen vieringen houden en op zondagmorgen in hun gezin een catechesemoment creëren. Patrizia en Massimo Paloni zijn zich ervan bewust dat niet alle parochies daar enthousiast over zijn. “Maar die eigen momenten zijn juist de kracht van de Neocatechumenale Weg. Alle vieringen zijn openbaar, iedereen mag aansluiten. Op hoogfeestdagen gaan we altijd naar de parochieviering.”

De missiegezinnen hebben huis en haard achtergelaten om in Nederland een nieuw bestaan op te bouwen. “In het begin was dat niet gemakkelijk,” vertelt Patrizia Paloni. “We hadden helemaal niets. We sliepen op een matras op de grond. We woonden destijds in Bunde en daar zijn we heel hartelijk ontvangen en kregen we hulp van iedereen.” Patrizia en haar man Massimo zijn er trots op dat acht van hun twaalf kinderen inmiddels ook actief zijn binnen de Neocatechumenale Weg. “Ze zijn altijd heel open over hun geloof. Ook op school. Andere kinderen respecteren dat en soms vragen vriendjes of vriendinnetjes wel eens of ze voor een zieke moeder of oma willen bidden of een kaars opsteken. Dat zijn toch kleine momentjes van evangelisatie,” zegt Patrizia Paloni.

“Dat we misschien nog niet zo bekend zijn, komt ook doordat we bewust geen reclame maken,” merkt Kielek op. “De Neocatechumenale Weg is een heel langzaam proces. We streven naar authenticiteit en dat kost tijd. We zijn er niet op uit om een massale beweging te worden, we willen vooral het licht, het zout en het gist van de wereld worden, zoals Jezus dat in het evangelie noemt. Dat gebeurt vooral via kleine dingen en persoonlijke ontmoetingen.”