Op Sacramentsdag trekt de processie uit
Gekscherend wordt wel eens gezegd dat Limburg een extra seizoen kent tussen het voorjaar en de zomer: het processieseizoen. Tussen begin mei en eind juni trekt op tal van plaatsen de processie uit. Dit weekeinde is het hoogtepunt van dat seizoen, want dan viert de Kerk Sacramentsdag.
Heel officieel valt Sacramentsdag op de tweede donderdag na Pinksteren. In tegenstelling tot veel andere landen is dat in Nederland geen vrije dag. Daarom wordt het feest op de zondag erna gevierd. Komende zondag dus. De Kerk viert dan de daadwerkelijke aanwezigheid van Christus in de hostie. Tijdens de Sacramentsprocessie wordt die hostie in een mooi versierde monstrans rondgedragen om aan te geven dat God letterlijk tussen de mensen aanwezig is.
Afgelopen weken zijn er al in veel Limburgse plaatsen processies geweest. Dit weekeinde en ook de komende zondagen zal op veel plaatsen de processie – of in het dialect ‘de bronk’ – nog uittrekken. Vaak gaat dit ook gepaard met allerlei plaatselijke tradities. In sommige dorpen is het zelfs drie dagen ‘bronk’ en heeft deze ook het karakter van een dorpsfeest gekregen. Er zijn overigens ook plaatsen waar de betrokkenheid bij de processie in de loop van de jaren minder is geworden of waar deze traditie zelfs helemaal is verdwenen.
Luik
Het hoogfeest van Sacramentsdag werd in de 13e eeuw door de toenmalige paus ingesteld op verzoek van Juliana van Cornillon uit Luik. Zij wilde daarmee de verering voor de aanwezigheid van Christus in het gezegende brood (hostie) kracht bij zetten. Luik hoort nu bij België, maar in de 13e eeuw waren die grenzen er nog niet en hoorde het hele gebied dat wij nu Limburg noemen bij het prinsbisdom Luik. Sacramentsdag wordt in de hele wereldkerk gevierd, maar is dus eigenlijk ontstaan in onze regio.
Met ‘het Sacrament’ wordt het stuk brood (hostie) bedoeld dat tijdens een heilige mis wordt gezegend. Bij het Laatste Avondmaal (op Witte Donderdag) deelde Jezus met zijn leerlingen brood en wijn, terwijl Hij zei: “Dit is mijn lichaam en mijn bloed. Blijft dit doen om Mij te gedenken.” Daarmee werd de viering van de eucharistie ingesteld. De gelovigen vieren dat God daadwerkelijk in de vorm van een stuk brood onder hen aanwezig is. De gezegende hostie wordt daarom ook wel het Allerheiligste genoemd. Dit wordt in elke katholieke kerk bewaard in het tabernakel, een beveiligd kastje, in een Sacramentsaltaar. Vaak wordt het Allerheiligste ook ter aanbidding uitgesteld in een speciale houder. Dit wordt de monstrans genoemd, die de priester tijdens de processie ronddraagt. Om duidelijk te maken hoe belangrijk het Allerheiligste is, wordt boven de monstrans meestal een baldakijn gehouden: de hemel. Tijdens de processie geeft de priesters bij een zogeheten rustaltaar de zegen met dit Allerheiligste of Heilig Sacrament.