Social Media

Preek diakenwijding, zaterdag 31 oktober 2020

Geplaatst op: 31-10-2020

1e lezing: Fil. 1, 18b-26
Evangelie: Lc. 14, 1,7-11

 

Dienaar zijn

Een van mijn oud-misdienaars, met wie ik altijd nog contact had gehouden, nodigde mij uit om hem te bezoeken. Hij was uit Limburg vertrokken, had in Amsterdam gestudeerd en werkte daar nu op het hoofdkantoor van de Abn-Amro. Dat ligt op de Zuid-as: de beste plaats om je bedrijf te vestigen. Hij leidde mij rond in deze enorm prestigieuze geldtempel. Zo kwamen we op zijn eigen afdeling, verdieping 14 en ook hogerop: Op de hoogste verdieping, zetelde de directeur die aan de top van de bank stond.

‘Vriend zoek het hogerop’, horen we in het evangelie van vandaag. Het letterlijk hogerop zoeken: op de hoogste verdieping. Dat gebeurt in de bankwereld en de bedrijvenwereld en het gebeurt ook in het evangelie van vandaag: De gasten van de Farizeeër proberen een zo gunstig mogelijke plek aan tafel te krijgen. En zo gunstig mogelijk is: zo hoog mogelijk. Liefst aan de rechter- en linkerhand van de gastheer. Dat is de hoogst haalbare verdieping.

Dat is wat onze wereld ons voorhoudt: doorklimmen naar een zo hoog mogelijke verdieping, een zo hoog mogelijke plek. Nou is er op zich niks mis met gezonde ambitie, maar zo hoog mogelijk moet het doel niet zijn. En Jezus zegt er wat van, van de mensen die zo graag op de hoogste plek willen zitten. Doe het niet, zegt Jezus. Want de hoogste plek is niet perse de goede, de juiste plek.

De plaats die de gastheer je geeft , dat is de juiste plek aan de tafel van het leven. En zo gebeurt het in het evangelie: Tegen de ene gast zegt hij: "Sta je plaats af aan iemand die voornamer is" en tegen de ander "Zoek het hogerop'. De gastheer bepaalt de tafelschikking.

God is de gastheer van de tafel van het leven en wij zitten aan. Maar hoe vinden we dan onze plek aan tafel: niet te hoog, niet te laag, maar wel de plaats waar we thuishoren ? Al weet ik van jullie niet precies wanneer en hoe jullie weg naar het priesterschap begon, zeker is dat er een moment is gekomen dat de meesten van jullie wijdelingen van de bisschop te horen hebben gekregen waar er een plaats voor jullie was aan de tafel.

En dat die plaats ergens anders was dan je verwachtte. Niet in India of in Sri Lanka, maar dat er een plaats was aan de Nederlandse tafel. Misschien niet hoger of lager dan jezelf gedacht had, maar wel helemaal aan de andere kant van de wereld. Dat geldt alleen niet voor Danny: die ontdekte dat op het seminarie moest zitten en in plaats van op de bus. En hoewel iedere seminarist meemaakt dat het niet altijd even gemakkelijk is om op die plaats te blijven, hebben jullie dat in volgehouden trouw gedaan in de afgelopen jaren. Onlangs kwam het moment dat jullie een nieuwe plaats aan de tafel van de Limburgse kerk aangewezen kregen: variërend van Onze Lieve vrouw Tenhemelopneming in Maastricht tot Onze Lieve vrouw Tenhemelopneming in Grubbenvorst.

Een plek aan tafel die je door de vicaris-generaal is aangewezen. Maar belangrijker dan de plaats aan tafel waar je zit en te kijken of die plek wel bevalt, is de vraag wat Jezus verwacht van degenen die aan taf el gaan. Het evangelie kent een groot aantal verhalen waar Jezus aan tafel gaat, of de maaltijd gebruikt als beeld om ons iets te leren. Het allerduidelijkste is echter wel het laatste avondmaal: Hij begon niet met de eerste, voornaamste plaats aan tafel in te nemen, maar tot ontzetting van zijn leerlingen begon Hij hen de voeten te wassen: degene die bediend zou moeten worden, omdat hij de belangrijkste was, nam het werk van een slaaf op zich. 'Niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen', zei hij zelf daarover. En hij liet er geen misverstand over bestaan dat dit een voorbeeld was voor zijn leerlingen.

De plaats die we krijgen aan de tafel van Christus , krijgen we niet om de voeten op tafel te leggen, maar om de handen uit de mouwen te steken, in dienstbaarheid naar de ander. Kortom: om diaken te zijn. Dienstbaarheid aan de ander is in onze westerse wereld een vreemd woord geworden. We denken eerder: voor wat, hoort wat; loon naar werken en voor niets gaat de zon op. Toch is dienstbaarheid , tot in het eenvoudigste en minste werk toe, het voorbeeld dat Jezus ons gegeven heeft.

We zijn dienaren: dienaar zijn veronderstelt een persoonlijke relatie tot degene die we dienen: de Heer. We zijn dienaren, niet omdat we perse het nederige sloofje moeten uithangen, maar omdat daardoor De Heer van het leven in deze wereld zijn werk kan laten gebeuren.

Ons bisdom gaf jaren geleden een folder uit om aandacht te vragen voor de opleiding tot permanent diaken. De tekst op de folder luidde: om U en u te dienen. U met een hoofdletter en u met een kleine letter: de diaken is er om U en u te dienen.

Dat dienen van de Heer kan op heel veel manieren gebeuren, maar diepste motivatie bij alles wat wij doen moet daarbij zijn dat we Christus bij de mensen willen brengen en mensen bij Christus.

Er is geen mens die deze dienstbaarheid zo hard nodig heeft als de mens die denkt zonder Hem te kunnen leven; de mens die denkt dat zelf heerser zijn meer voldoening brengt dan de Heer van het leven dienen.

Jullie staan op het punt om in de celibaatsgelofte je leven te volledig wijden aan zijn dienst. Leef in dat besef en ervaar dat de Heer zijn dienaren voedt, in leven houdt en naar de tafel van het eeuwig gastmaal zal brengen.

 

Vanwege ziekte van Mgr. Harrie Smeets werd zijn preek uitgesproken door hulpbisschop Mgr. Everard de Jong