Benoeming van een nieuwe bisschop
Bisschoppen zijn de opvolgers van de apostelen. Door de eeuwen heen hebben bisschoppen steeds nieuwe bisschoppen gewijd. Zo is een ononderbroken lijn ontstaan van elkaar opvolgende bisschoppen, die terug te voeren is tot de eerste leerlingen van Jezus. We noemen dit de apostolische successie.
Hoe wordt nu een opvolger gekozen? Als een bisschop 75 jaar wordt, moet hij zijn ontslag aanbieden aan de paus. Elk bisdom heeft een kathedraal kapittel. Dat is een groep priesters, die een bisschop over allerlei belangrijke zaken adviseert. De leden van het kapittel worden kanunniken genoemd. Op het moment dat een bisschop weggaat, moeten deze kanunniken een lijstje maken met de namen van drie priesters die volgens hen het meest geschikt zijn om bisschop te worden. Dat lijstje sturen ze naar de nuntius. Dat is de ambassadeur van de paus in Nederland.
De namen worden ook besproken in de Bisschoppenconferentie. De andere bisschoppen mogen daar hun mening over geven en er eventueel namen aan toevoegen. Ook die lijst gaat naar de nuntius. Deze schrijft een advies voor de paus en stuurt alle informatie naar Rome. Dit gebeurt overigens achter gesloten deuren en de betrokken mogen er met niemand over praten.
Er zijn over de hele wereld meer dan drieduizend katholieke bisschoppen. De paus kan ze natuurlijk niet allemaal persoonlijk kennen. Daarom heeft hij in Rome een eigen kantoor – de Congregatie voor de Bisschopsbenoemingen – dat het voorwerk doet. Als het verzoek van een nuntius binnenkomt om ergens in de wereld een nieuwe bisschop te benoemen, dan doet deze Congregatie op basis van alle informatie die ze hebben een voorstel aan de paus. Deze is vervolgens helemaal vrij om dit voorstel over te nemen of om toch iemand anders te benoemen.