Zondag 12 juni – Hoogfeest Heilige Drie-eenheid
1e lezing: Spr.8,22-31
2e lezing: Rom.5,1-5
Evangelie: Joh.16,12-15
God als huisvriend
Is het u ook wat waard thuis de vrede te bewaren? Mensen hebben er vaak heel wat voor over om in vrede de benen onder eigen tafel te kunnen steken. Een van de voorwaarden om die vrede te handhaven, is waakzaamheid aan de deur: wie laat ik binnen, in mijn huis, in mijn leven? Is het u wat waard thuis de vrede te bewaren?
Vrede in huis staat natuurlijk niet alleen voor het huis op zich. Meer nog heeft het te maken met haar bewoners. Vrede betekent dat de bewoners van een huis zich thuis voelen. Vroeger, maar soms ook nu nog, wordt de vrede voor het eigen huis afgesmeekt door een huiszegen. Op een schilderij bij mensen thuis in ons dorp stond de volgende tekst te lezen: “Heer, zegen dit huis en allen die erin wonen.” Het hing boven de deur. Maar er was bij die oude mensen thuis in die kamer nog een deur en daarboven kon je de volgende tekst lezen: “In deze woning is Christus Koning.” Maar hoe zit het tegenwoordig met Gods aanwezigheid thuis? Kunnen mensen die bij ons thuis komen, zien dat wij gelovige christenen zijn?
Wij vieren vandaag het hoogfeest van de Heilige Drievuldigheid. Speelt in ons verlangen naar huisvrede ons christelijk geloof nog een rol? Voor sommigen is immers alles wat aan God en ons geloof doet denken slechts een belemmering of zelfs een bron van onrust. Zij weten vaak niet eens meer Wie zij in huis halen, wanneer zijn voor Hem de deur van hun huis en hart zouden openen. Zij weten dus helaas ook niet Wie zij misschien buiten de deur houden.
Paulus ziet in onze christelijke godsdienst een bron van vrede als hij zegt: "Broeders en zusters, gerechtvaardigd door het geloof leven wij in vrede met God door Jezus Christus onze Heer." En hij voegt er verderop aan toe dat het de heilige Geest is die ons sterkt in deze vrede schenkende overtuiging. Paulus ziet dus God – Vader, Zoon en Heilige Geest – als bron van onze vrede. Hoe komt hij tot deze overtuiging? Paulus leefde met God. God was voor hem een realiteit waar hij niet langs kon en niet langs wilde. God was voor hem degene, die aldus Johannes de evangelist: "Zozeer de wereld heeft liefgehad, dat Hij ons zijn eigen Zoon heeft geschonken." En Paulus voegt daar in zijn verkondiging nog aan toe: “Zou Hij ons dan met die Zoon niet al het andere schenken?”
Welk een zegen, om op die manier God tot je huisvriend te kunnen maken. Wie wil Hem niet binnenlaten, die ons al alles gegeven heeft? En ergens anders zegt hij: "De Geest van God is door het Doopsel in onze harten uitgestort, die ons vol vertrouwen doet uitroepen: Abba Vader. Ik leef niet meer, Christus leeft in mij."
God wil niet alleen te gast zijn in mijn huis. Hij wil veeleer zijn intrek nemen in ons hart: “De tempel van God is heilig en die tempel zijt gij.” Vindt namelijk de grootste onrust van ons leven niet zijn bron in het hart? Wat is het ons waard de vrede in ons huis te bewaren? Paulus daagt ons uit om God zelf in zijn Drievuldigheid te nemen als bron van vrede voor ons huis en ons hart. Wat is het ons als christenen waard God toe te laten en zijn aanwezigheid te koesteren als bron van vrede zowel voor ons hart als voor ons thuis!
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie
Illustratie: Detail uit triptiek van de H. Drie-eenheid uit de collectie van het Limburgs Museum in Venlo. Nederrijn, circa 1500.