Zondag 26 mei 2024 – H. Drieëenheid
1e lezing: Deut.4,32-34.39-40
2e lezing: Rom.8,14-17
Evangelie: Mt.28,16-20
God is drie en één
Telkens als wij de geloofsbelijdenis bidden, het kruisteken maken of welk willekeurig gebed uit de Eucharistie bidden, worden we verenigd met de God die drie en één is: Vader, Zoon en Heilige Geest. Het gebed is ingang om de Drievuldige God te beleven. Wij zoeken vaak naar woorden en beelden, alle eeuwen door, in de wetenschap dat onze kennis nooit volledig tot de kern van het geheim zal geraken. Wij zeggen in onze geloofsbelijdenis heel zekere dingen over God als één wezen in drie personen. Wij vinden deze woorden en beelden in Gods openbaring en wat Jezus heeft gezegd. De hele geloofsbelijdenis is als het ware een symbool – letterlijk ook symbolum genoemd – van Gods gave en onze overgave aan God, met heel ons verstand en onze ziel, die niet de hoogmoed wil hebben van het volledig begrijpen maar die een geestelijke aanhankelijkheid wil uitdrukken aan een levende God.
Om vandaag ook enkele biddende beelden te gebruiken bij ons geloof in de drie-ene God, lezen we aan het begin van het 2e eucharistische gebed. “Gij zijt waarlijk heilig, onze Heer, Gij zijt de bron, uit U stroomt alle heiligheid. Heilig dan deze gaven met de dauw van uw Geest, opdat zij worden tot Lichaam en Bloed van onze Heer Jezus Christus…”. Het beeld dat hier gebruikt wordt, is het beeld van een levende stroom, van water dat leven en vruchtbaarheid geeft. God, de Vader, wordt geprezen en aanbeden in de zegenspreuk: “Gij zijt heilig en Heer.” Het is een gebed dat de goddelijkheid van de Vader aangeeft (zijn heiligheid) en zijn verhevenheid over ons (de Heer).
Zo kunnen alle mensen die in één God geloven op aarde bidden. Wij christenen bidden echter tot de Vader-God die niet in zichzelf blijft, maar is uitgegaan naar ons, mensen. In de schepping door het Woord en in de menswording van Christus. Daarom kunnen wij bidden tot de bron van alles, de Vader, dat Hij opnieuw uitstroomt, dat zijn heiligheid over ons neerdaalt om ons het heil te schenken. Hoe? Door de dauw van de Geest, beeld van het water uit de ene bron die in kleine druppeltjes op ons neerdaalt. De Geest die werd uitgestort met Pinksteren en die in iedere eucharistieviering wordt uitgestort, is als het ware een fijne regen, druppeltjes van Gods liefde die wil stromen, die neerdaalt op ons.
Wat schenkt ons die Geest (de dauw) van de Vader (de bron)? Christus, het levend water, zoals Hij zichzelf heeft genoemd. Christus, in ons Doopsel, in de gaven van brood en wijn, die door het bedauwen met de Geest werkelijk Lichaam en Bloed van Christus worden en wij die in de Doop werkelijk Gods kind worden.
Als wij dus stilstaan bij de enorme hoeveelheid beelden en gebeden die het geheim van de Drie-ene God oproept, hebben wij stof tot bezinning, gebed en aanbidding. Komen we meer op het spoor van de geheimzinnige maar tevens o zo nabije God, Vader, Zoon en Geest – een bron van stromend levend water, voor u en mij in het leven van elke dag. Wie de eucharistie meebeleeft, wordt volledig opgenomen in dat geheim van de Drievuldige God.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie
Illustratie: Detail van anoniem schilderij uit 1545 van een zogeheteten 'Genadestoel': een specifieke weergave van de Heilige Drieëenheid met God de Vader die het kruis van Jezus vasthoudt. Bonnefantenmuseum, Maastricht