Social Media

Zondag 1 maart – Eerste zondag van de Veertigdagentijd

Geplaatst op: 27-02-2020

1e lezing: Gen.2,7 9;3,1-7
2e lezing: Rom.5,12-19 of 5,12.17-19
Evangelie: Mt.4,1-11   

 

Christen zijn = kiezen voor God

Vandaag horen wij een stukje uit het scheppingsverhaal. Kunnen wij daar nog wat mee? Of heeft dit verhaal voor ons het niveau van een sprookje. In die zin: daar gelooft toch niemand meer in. Een ding is zeker: sprookjes hebben vaak een diepe kern. En uiteindelijk wordt in al die verhalen het kwaad overwonnen. In feite wil ons het scheppingsverhaal iets dergelijks duidelijk maken. Het gaat hier niet om het stiekem eten van een vrucht. De slang formuleert de kern van dit gebeuren heel kernachtig: ”God weet, dat uw ogen open zullen gaan en dat gij dan gelijk zult worden aan God door de kennis van goed en kwaad.”

Zijn de liberale wetten rond abortus en euthanasie misschien de vruchten van dat inzicht? De Kerk gelooft in ieder geval, dat het scheppingsverhaal ons het drama van de gevallen mens laat zien. De mens die zich los maakt van God.  Met de kinderen op school heb ik het volgende beeld gebruikt om meer duidelijkheid te krijgen. “Stel je voor”, zei ik tot de kinderen, “de slang komt de klas binnen en biedt jullie een vrucht aan. En zij zegt: Als je van die vrucht eet, kun je jouw ouders het huis uit gooien.”

Aanvankelijk zagen de kinderen dat helemaal zitten. Uiteindelijk echter kwamen zij toch tot de conclusie: het wordt zonder de ouders een grote puinhoop. Wat wij ook van de details van het  scheppingsverhaal mogen denken, een ding is zeker; de Kerk blijft geloven en uitdragen dat het zich losscheuren van God de mensen niets positiefs heeft opgeleverd. Tegelijkertijd belijdt en beleeft zij al eeuwen lang dit als waarheid: uiteindelijk zal de Goede God het kwaad overwinnen. Welnu, Paulus reikt ons in Jezus deze overwinnaar aan. Hij is de nieuwe Adam. Wat wij door de ongehoorzaamheid van de eerste mens verloren hebben, wordt ons in Jezus, Gods Zoon, op overvloedige wijze terug geschonken. Maar zoals de eerste mens vrij was om al dan niet van de boom des levens te eten, zo zijn ook wij als gelovige christenen vrij om al dan niet met Jezus op weg te gaan. En daarmee komt de vasten opnieuw om de hoek. Jezus zegt zelf: ”Zolang de bruidegom (Hij zelf) bij zijn leerlingen is, hoeven zij niet te vasten. Zo gauw echter de bruidegom van hen is weggenomen, dan zullen zij vasten.”

De vasten daagt ons uit: Leef ik met de bruidegom Jezus? Of sta ik dichter bij de eerste Adam dan bij Jezus? Geef ik Jezus als verlosser en bevrijder de ruimte in mijn leven? In feite betekent het christelijk leven een strijd, die in feite reeds door Jezus gewonnen is. Omdat wij echter vrije mensen zijn, worden wij uitgenodigd ons deel in die strijd op ons te nemen.

Christen zijn betekent dan ook dag in dag uit: al dan niet kiezen uit vrije wil voor God. En dat is minder gemakkelijk dan menigeen denkt. Kijk maar naar de eerste bekoring van Jezus: “Een mens leeft niet van brood alleen maar van elk woord dat voortkomt uit de mond van God.” Hebben wij nog honger naar de dingen van God? Of laten wij ons bezig houden door een samenleving die er vooral op uit is dat wij onze koopkracht optimaal benutten.

En wie heeft God nog nooit op de proef gesteld. Wij willen bewijzen van zijn bestaan. Maar Jezus zegt: ”Geen ander teken zal er gegeven worden dan het teken van Jona.” Die bleef drie dagen verzwolgen door het zeemonster. Jezus zal drie dagen en nachten rusten in het graf maar daarna verrijzen. Doen wij iets met die werkelijkheid? Geloven wij dat Pasen betekent, dat wij met Jezus kunnen opstaan tot een beter leven!

En tenslotte de afgoden waarvoor wij op de knieën gaan. Al was het maar de auto, de mobiele telefoon of een computerspelletje. Doen wij nog iets met de vasten? Er is genoeg werk aan de winkel. Nemen wij de uitdaging van de Kerk aan. Zij leeft vanuit de zekerheid van de zondeval. Een leven zonder God loopt op niets uit. Maar in Jezus kan uiteindelijk het goede ook in ons overwinnen. Gaan wij met Hem de strijd aan?

Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de de dagelijkse liturgie