Stefan Ansinger: ‘Niet alleen kaarsen en wierook’

Geplaatst op: 08-12-2022

Tekst Matheu Bemelmans | Foto’s: John Peters

Terwijl andere jongeren van zijn leeftijd een carrière opbouwen en aan een gezin denken, maakt Stefan Ansinger uit Venray een radicale keuze. Hij besluit na zijn studie bestuurskunde in te treden bij de dominicanen. In september 2021 legde hij zijn eeuwige gelofte af. Op zaterdag 10 december 2022 werd hij in Antwerpen tot diaken gewijd. Hij hoopt binnenkort ook de priesterwijding te ontvangen.

Het is even puzzelen om een afspraak voor een interview te kunnen maken. ‘Broeder Stefan’ komt weliswaar uit Venray, maar verblijft al geruime tijd in het buitenland. Eerst in Engeland voor zijn noviciaat en tegenwoordig in Zwitserland, waar hij theologie en filosofie studeert. Daarnaast is hij regelmatig op pad voor een internationaal project rond gregoriaanse muziek. Maar begin dit jaar is Ansinger toch enkele dagen in het land en heeft hij tijd voor een gesprek. “Het lijkt alsof ik veel reis, maar dat valt best mee,” zegt hij verontschuldigend. “Doorgaans zit ik gewoon in Fribourg in de collegebanken, maar tussen twee semesters hebben we meestal enkele weken vrij om andere dingen te doen.”

Deze keer gebruikte de kloosterling die tijd om zijn familie in Limburg te bezoeken en ‘zijn’ voormalige pastoor-deken uit Venray, die nu bisschop van Roermond is. De laatste keer dat ze elkaar zagen was in september, toen Ansinger in Rotterdam zijn eeuwige professie deed. “Het was een grote verrassing dat de bisschop daar in zijn rolstoel bij kon zijn.” De twee kennen elkaar al vele jaren, want de jonge Stefan groeide op in Venray en was van jongs af actief in de Paterskerk daar. “Geloof en gezin waren bij ons thuis niet te scheiden,” zegt hij. “Mijn ouders hebben het geloof altijd harmonieus voorgeleefd. Mijn moeder vanuit haar hart, mijn vader rationeler. Van beiden heb ik iets meegekregen. Ik ben opgevoed met een vreugdevol geloof. De sfeer in de Paterskerk heb ik altijd als een warm bad ervaren. Er waren veel jongeren en misdienaars actief. Daar heb ik ook al jong mijn priesterroeping ervaren. Toen ik een jaar of twaalf was, werd ik geraakt door de symbolen in de liturgie. Maar ik had natuurlijk nog geen idee van religieus leven, laat staan dat ik al wist dat ik dominicaan wilde worden. Mijn ouders zeiden: ga eerst maar eens studeren en rondkijken in de wereld.”  

Wanneer kwam dan het moment dat je besloot om naar het klooster te gaan?
“Dat ging organisch. Er was niet één moment waarop ik dacht: nu moet ik religieus worden. Na mijn middelbare school ben ik in Nijmegen bestuurskunde gaan studeren. Ik bleef thuis wonen en ging elke dag met de trein van Venray naar Nijmegen. Het eerste jaar op de universiteit heb ik alleen gestudeerd. Het tweede jaar heb ik me aangesloten bij de katholieke studentenvereniging. Zij organiseerden regelmatig lezingen en borrels. Daar leerde ik andere studenten kennen, van wie sommigen ook met het idee van een roeping rondliepen. Toen kwam de gedachte om priester te worden bij mij ook weer terug. Als ik in Venray was gebleven had ik hen zeker nooit ontmoet.” 

Waarom heb je voor het klooster gekozen en niet voor de priesteropleiding van het bisdom?
“Toen het voor mijzelf helder was dat ik priester wilde worden, ben ik bij alle seminaries in Nederland gaan kijken. Eerst bij het Sint-Janscentrum in Den Bosch en later ook op Rolduc en bij de opleidingen van de andere bisdommen. Maar om de een of andere reden spraken mij die niet aan. Een bevriende priester heeft me toen op de weg van de religieuzen gezet. Ook daar heb ik me breed georiënteerd. Het werd me al snel duidelijk dat ik niet iemand ben om monnik  te worden. Bij de benedictijnen, die in principe altijd in hun eigen klooster blijven, zou ik het niet uithouden. Niet dat het contemplatieve me niet aanspreekt, maar ik wil daarnaast ook een actief leven leiden. Dat had ik al toen ik nog in Nijmegen studeerde. ’s Ochtends ging ik in Venray eerst naar de mis en daarna pakte ik de trein om naar de universiteit te gaan.”

Hoe reageerden medestudenten daarop?
“Tijdens mijn studie heb ik mijn geloof nooit overdreven uitgedragen. Maar soms kwam het natuurlijk wel ter sprake. Sommigen reageerden positief, anderen spottend. Maar ik kan niet zeggen dat ik ooit echt vervelende reacties heb gehad. Het gebeurde altijd in een goede sfeer. Ik heb ook heel wat atheïstische vrienden. Als mensen zien dat jouw geloof authentiek is, raken ze zelf ook geïnspireerd.”

Waarom heb je uiteindelijk voor de dominicanen gekozen?
“Het doel van onze orde is prediking: het geloof doorgeven. Preken voor het heil van de zielen. Dat is wat mij aanspreekt: de contemplatie, de liefde, de dienstbaarheid en de vreugde van het geloof doorgeven. Een parochiepriester probeert dat natuurlijk ook, maar het dominicaans leven is breder. Wij werken soms in parochies, maar zijn ook diaconaal actief of geven ook les en krijgen de gelegenheid om boeken te schrijven. Die intellectuele kant is typisch voor dominicanen. Dat begon in de 13e eeuw al bij onze stichter Dominicus en de grote theoloog Thomas van Aquino. Onze kloosters bevinden zich ook altijd dichtbij universiteiten. Daar komt bij dat in Nederland inmiddels een heel nieuwe generatie dominicanen is opgestaan, die midden in de kerk wil staan om het geloof door te geven. Ruim drie jaar geleden zijn we in Rotterdam met een heel nieuwe gemeenschap begonnen. Toen er een roepingendag werd georganiseerd, kwamen er negen geïnteresseerden. Die zullen uiteindelijk wel niet allemaal intreden, maar het geeft wel aan dat er in Nederland belangstelling is voor de dominicaanse manier van leven.”

Waar komt die belangstelling vandaan?
“Ik denk dat de radicale keuze voor het leven in een kloostergemeenschap de tegenhanger is van het huidige individualistische tijdperk. Parochies hebben het op dit moment moeilijk. Daarom zijn er religieuze gemeenschappen nodig die de idealen van het geloof beleven en voorleven. We gaan daar naartoe waar we nodig zijn.”  

Hoe verliep je eigen intreden in de orde?
“Vijf jaar geleden ben ik begonnen aan het noviciaat. Toen ik mijn studie in Nijmegen bijna afgerond had, ben ik met een aantal Nederlandse broeders gaan praten. Dat waren intensieve gesprekken. Zij hebben mijn toelating vervolgens intern besproken en ik heb ook een psychologische toets moeten doen. Vervolgens word je postulant. Bij de dominicanen duurt dat maar een week. Het is een soort retraite die overgaat in de inkleding. Vanaf dat moment mag je het habijt dragen en begint het noviciaat. Bij mij was dat in Cambridge in Engeland. We begonnen destijds met een groep van zes nieuwelingen. Het eerste jaar bestond vooral uit het bidden van de getijden, de dagorde in een klooster leren kennen en ingeleid worden in het dominicaans leven. De orde is achthonderd jaar oud en het gaat erom dat je de wijze van leven leert kennen. We lazen onder meer de regel en de constituties van de orde en verdiepten ons in het leven van dominicaanse heiligen. Ik heb het noviciaat als een fijne tijd ervaren. Het was wel heel radicaal. Je komt in een gemeenschap. Ik was voor het eerst van thuis weg en dan direct de zee over naar Engeland, dus je krijgt er de hele Engelse cultuur erbij. Het was soms wel, zoals het in de constitutie staat, een woestijnervaring. Alleen van huis in een onbekende omgeving. Dan voel je je soms wel in de woestijn. Dan ervaar je: ik heb niets anders dan mijn relatie met de Heer. Alle ordes en congregaties hebben dat met elkaar gemeen. Kiezen voor een leven als religieus is het volgen van je doopbelofte in een radicale vorm.”

Geen last van heimwee gehad?
“Nee, dat niet. Omdat ik tijdens mijn studie in Nijmegen thuis was blijven wonen, was ik er intussen wel aan toe om het huis uit te gaan. Op een gegeven moment heb je echt zin om te gaan. Voor mij was dat een heel positieve keuze. Voor mijn ouders was het veel moeilijker: zij hadden opeens een lege plek aan tafel. Maar dat nieuwe leven, het nieuwe land, een nieuwe gemeenschap hebben mij heel goed gedaan. Ik heb tijdens mijn verblijf in Cambridge heel veel mensen ontmoet, uit alle delen van de wereld en met heel verschillende achtergronden.”

Hoe ging het toen verder?
Na dat noviciaatsjaar volgt de tijdelijke professie. Je zegt dan dat je drie jaar wilt proberen om je helemaal aan de orde te geven. Dominicanen leggen maar één gelofte af: die van gehoorzaamheid en daar worden alle andere geloftes als vanzelf bij ingesloten. Tegelijk vraag je om Gods barmhartigheid en om die van je medebroeders. Inmiddels woon ik in een communiteit in Fribourg met medebroeders van twaalf verschillende nationaliteiten. In Zwitserland studeer ik theologie en filosofie aan een tweetalige, seculiere universiteit. Over ruim een jaar hoop ik klaar te zijn. Dan krijg ik twee diploma’s: een van de staat en een van de kerk. Het eerste jaar waren alle colleges in het Duits, maar de omgangstaal in het gewone leven is Frans. Dus ik heb beide talen moeten ophalen. Duits ging wel, maar Frans was best pittig. Ook dat is typisch voor dominicanen: ze blijven investeren in je studie. In de orde gaat het niet alleen om kaarsen en wierook, maar ook menselijke communicatie. We staan midden in de wereld. We sluiten ons niet af maar trekken er op uit.”

Je draagt het habijt. Is dat een bewuste keuze?
“De orde laat ons daar redelijk vrij in. Het hangt een beetje af van de provincie. In het convent waar ik woon, wordt het tijdens de gebedsdiensten door iedereen gedragen. Ik trek het aan, omdat het mij herinnert aan mijn belofte dat ik een roeping heb. Het is zeker niet bedoeld als protest of als statement. Het hoort gewoon bij mijn persoon. Je straalt er ook iets mee uit. In Nederland zijn we dat eigenlijk niet meer zo gewend. Op straat kijken mensen wel eens om, maar ik krijg nooit negatieve reacties. Het nodigt eerder uit om in gesprek te gaan. Pas nog in de trein: een mevrouw begon over de schepping en de evolutietheorie. Zo’n gesprek zou ik nooit gehad hebben als ik een gewoon kostuum had gedragen. Mensen vragen je ook om voor hen te bidden.”

Vorig jaar september heb je je eeuwige professie gedaan. Dat betekent dat je er levenslang voor wilt gaan. Hoe was dat?
“Heel bijzonder. Het is een heel grote beslissing. Je leeft er meerdere jaren naartoe. Tegelijkertijd verandert er niet veel. Het is meer een bevestiging van het leven dat je al leeft. Ik was die dag de enige die professie deed. Toen we de kerk binnenkwamen, zag ik allemaal mensen met wie ik een geschiedenis heb. Dat gaf me heel duidelijk het gevoel dat ik gedragen word door de hele gemeenschap van de Kerk. Bijzonder was natuurlijk ook dat de bisschop erbij was.”

Hoe zie je de toekomstige rol van religieuzen in Nederland?
“Authentiek religieus leven is in Nederland heel schaars geworden. Daardoor ontbreekt het voorbeeld. Maar ik zie zeker toekomst. Ik heb gemerkt dat er iets gaande is onder jongeren, een soort religieuze renaissance. Belangrijk is om radicaal te durven zijn. Dat woord komt van het Latijnse radix, dat wortel betekent. We moeten terug naar de wortels van ons geloof: de navolging van Christus – het leven waartoe elke gedoopte geroepen is – nog intenser beleven. In die zin kunnen religieuzen door hun voorbeeld als antwoord op liefde van Christus een teken van de hemel zijn op aarde. Leven met Christus is het enige antwoord. We moeten niet bang zijn voor de samenleving, maar Christus present stellen. Het worden zeker kleine groepen die daarvoor kiezen, maar die kunnen wel wat doen.”

Wat dan?
“De schoonheid van het geloof doorgeven en toelichten. Dat kan ook op een rationele wijze. Het is onze taak om Christus present te stellen en zijn boodschap te vertalen naar de moderne maatschappij. Ook als anderen niet gelovig zijn, moeten wij toch doorgaan met het doorgeven van het evangelie.”

Hoe dan?
“Dat kan op allerlei manieren. Naast mijn studie ben ik bijvoorbeeld bezig met een project rond gregoriaanse muziek. Dat is een goede manier om de boodschap over te brengen. Muziek heeft een emotionele en een rationele kant. Het is goed om te weten wat teksten betekenen, tegelijkertijd wordt die tekst gezongen en dat is emotie. Dan ontdek je dat woorden, die misschien moeilijk te begrijpen zijn, door de schoonheid van de muziek mensen toch raken. We zetten elke week een video online en hebben inmiddels 22.000 abonnees. Samen met een vriend ga ik ook een podcast over geloofsvragen maken, een eigentijdse manier om de boodschap uit te dragen. Met veel humor en voor iedereen toegankelijk.”

Is humor belangrijk?
“Absoluut. Het is goed om jezelf af en toe te relativeren. In een kloostergemeenschap leef je steeds met anderen. Het ergste wat dan kan gebeuren, is dat je steeds denkt dat jij de enige bent die iets te zeggen heeft.”

Je woont inmiddels een paar jaar in het buitenland. Hoe kijk je naar de kerk in Nederland?
“Ik zie mooie dingen ontstaan in parochies waar de liturgie goed verzorgd is en waar niet alleen naar sociale issues wordt gekeken, maar ook gebeden wordt. Niet alleen op zondag, maar ook door de week. Ik merk ook dat er een duidelijk verschil bestaat tussen katholieken in het zuiden van het land en boven de rivieren. In het zuiden speelt de gemeenschap een belangrijkere rol. ‘Hollandse’ katholieken hebben een meer calvinistische inslag. Wat ik zowel in het noorden als in het zuiden mis zijn nieuwe initiatieven om jongeren te vormen, zodat ze weer weten waar het geloof over gaat. Geloven heeft invloed op alle aspecten van het leven en het is onze taak om het geloof in Heer door te geven.”

Als het goed is, rond je volgend jaar je opleiding af. Wat ga je daarna doen?   
“Dat is nog niet duidelijk. Het hangt ervan af wat de overste wil, al gaat het natuurlijk wel in goed overleg. Het ligt voor de hand om een tijdje stage te lopen in een parochie. Maar een aanvullende studie zou ook kunnen. Of zelf doceren. Alle opties zijn nog open.”

Stefan Ansinger o.p.

Stefan Ansinger (1994) werd geboren in Venray in een gezin van zes kinderen. Zijn ouders komen oorspronkelijk uit Baarn, maar het gezin woont al heel lang in Limburg. Ansinger studeerde bestuurskunde aan de Radbouduniversiteit in Nijmegen en trad in 2016 toe tot de ‘broeders van de orde der predikers’, beter bekend als de dominicanen. Ansinger deed in september 2021 zijn eeuwige professie en werd in december 2022 tot diaken gewijd. Hij hoopt in 2023 zijn priesteropleiding af te ronden.
Ansiger is ook betrokken bij het gregoriaans project OPChant en maakt de podcast De Herbergiers