Zondag 2 april 2023 – Palm- of Passiezondag | Begin van de Goede Week
Evangelie na zegening palmen: Mt.21,1 11
1 lezing: Jes.50,4-7
2e lezing: Fil.2,6-11
Evangelie: Mt.26,14-27.66 of: 27,11-54
God roept de mens tot leven
De intocht van Jezus in Jeruzalem confronteert ons met de zwakheid van mensen. In de massa laat het volk zich leiden door enkele personen die iemand kunnen afbreken en opbouwen.
Het afbreken gebeurt bij Jezus door Hem uit te spelen tegen het gezag van de wereldse macht. Hij wil koning zijn van een nieuw rijk en is daarom tegen de keizer. Het is gemeen om de eigenlijke reden te verzwijgen. De hogepriesters en farizeeën willen ook van de Romeinen af als je in hun hart kijkt. Maar ze houden hun mond. Sterker nog: Jezus wordt uitgespeeld tegen de keizer, terwijl hij daar anders in staat. Hij zei eerder bij het bekijken van een muntstuk: “Geef aan de keizer wat de keizer toekomt en aan God wat God toekomt.”
Zo gebeurt het dat, na de triomfale intocht van Jezus in Jeruzalem, Hij zes dagen later tot de dood wordt veroordeeld. Waar het hele lijdensverhaal wordt voorgelezen op Palmzondag bij het begin van de lijdensweek, herkennen wij het verschil tussen het aardse rijk en het Rijk van God.
In het aardse rijk zijn de valse beschuldigingen en de veroordeling van Jezus een signaal van de hardheid van de mens, die kwaad in zich draagt. De rechtspraak wordt misbruikt, maar ook de zwakheid van een ambtsdrager. Pilatus zegt: “Deze man is niet schuldig. Ik was mijn handen in onschuld. Wat je met Jezus doet, is niet mijn zaak.” Daarmee laat hij de kwetsbare Jezus aan zijn lot over.
De hardheid komt ook naar voren wanneer Jezus tot driemaal toe bezwijkt onder de zwaarte van het kruis. Simon van Cyrene helpt niet van harte, maar wordt daartoe gedwongen. Wij zien ook vrouwen langs de weg die Jezus beklagen, maar die verder niets doen. Bij Golgotha aangekomen bereikt de onmenselijkheid haar hoogtepunt. De spijkers doorboren Jezus’ handen en voeten. Er klinkt gespot en de kleren van Jezus worden verdeeld. Daar hangt dan de Koning der Joden die eerder bejubeld werd.
In dezelfde kruisweg zijn er anderen die zijn lijden willen verlichten. Ze vegen het zweet van zijn gezicht, hun verdriet is oprecht. Jezus laat in dat lijden het gelaat van God oplichten. Hij draagt de zonden van de mensen. Hij blijft aandacht houden voor de mensen in zijn nabijheid. Hij is een voorbeeld van overgave aan God, ook al is er angst en teleurstelling aanwezig wanneer Hij zegt: “Mijn God, waarom hebt U mij verlaten” en “niet mijn wil, maar uw wil geschiede.”
Jezus was niet alleen God, maar ook mens. In die zin is Palmzondag geen feestelijk gebeuren met Palmpasenstokken, maar het begin van een menselijke tragedie die een wereldomvattende betekenis krijgt. Zelfs van de dood kan God wat maken. Opnieuw roept hij de mens tot leven en dat is het wonder dat ons dichter brengt bij Pasen.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie