Pinksteren 2022: Vrede zij U
Evangelie: Joh. 20,19-23
De laatste vier zondagmorgens mocht ik in enkele parochiefederaties in ons Limburgse land (in Thorn, Eys, Geleen en Roermond) de eerste missen meevieren van vier jongemannen van Aziatische komaf, die hier hun plek om het evangelie te verkondigen voor een aantal jaren zullen vinden en hier hun eerste jaren als priester beleven. Normaal gesproken maak je als bisschop zo’n eerste mis niet mee. Maar door mijn ziek-zijn en de bereidheid van mijn familie om mij rond te sjouwen, kon ik nu overal op de eerste rij meevieren. En het was op alle plaatsen feest. We vierden duidelijk hetzelfde geloof.
Mocht u zich afvragen waar ik als bisschop de andere zondagen in het afgelopen jaar van mijn ziekte heb uitgehangen: behalve op de hoogfeesten hier in de kathedraal, ben ik elke zondag in een andere parochie van telkens een ander dekenaat geweest: van Bergen tot Eijsden. Gewoon in de rolstoel. Meebiddend. Soms in kerken die ik goed kende. Soms in kerken waar ik nog nooit was geweest. Soms in behoorlijk goed gevulde kerken. Soms ook in zijkapellen van kerken die groot genoeg waren om een betrekkelijk kleine groep kerkgaande parochianen te huisvesten.
Het is het probleem van de komende jaren. Er gaat bijna geen week voorbij of er komt wel een vraag bij het bisdom terecht of kerken niet verkleind of zelfs gesloten kunnen worden. Bijna letterlijk zoals in het evangelie van Pinksteren staat: kunnen de deuren van de verblijfplaats van de leerlingen niet gesloten worden? Sterker nog: bij de leerlingen waren hun kerkdeuren al dicht uit angst voor wie hen naar het leven stonden, omdat ze vreesden voor hun toekomst. De nieuwe vicaris-generaal kan er over meepraten.
Jezus’ Geest komt dan in hun angst naar zijn leerlingen toe. Hoewel de deuren op slot waren, kwam Hij naar hen toe. Hij wil ook naar ons komen, wanneer wij de deur van ons hart hebben gesloten voor zaken of mensen waar wij angst voor hebben en Hij geeft ons zijn vrede. Zoals hier in het Pinksterverhaal aan zijn leerlingen. Zo komt Jezus ook voor ons staan en zegt: ‘Vrede zij u.’
Bij mijn omgang de laatste jaren met de Aziatische priesters, van wie ik de laatste paar weken van enkelen de eerste mis mocht meevieren, viel mij telkens opnieuw op hoe vanzelfsprekend hun geloof was en is: een zachte oosterse bries van de H. Geest die deuren opent en mensen verwarmt. Hun Nederlands is wellicht niet altijd perfect, maar de taal die ze spreken wordt juist in warmte en vanzelfsprekend geloof verstaan: 'En zij allen konden hen verstaan in hun eigen taal.'
Vreemd genoeg had ik een vergelijkbare ervaring in enkele kerken met zo’n dagkapel, waar anders in een veel te grote kerk zou worden gevierd. Mensen – meest ouderen – zitten dicht bij elkaar en zingen en bidden samen. Geen meerstemmige mis met flink orgelspel, hoewel ik daar ook bepaald niet vies van ben, Jean Pierre. Maar zang van eenvoudige, bekende liederen en ja, in die samenzang valt regelmatig een noot van de balk. En toch laat zo’n kleine gemeenschap – al is de toonsoort anders – dezelfde Geest klinken.
Een deel van een te groot geworden gebouw sluiten, zodat de maat weer klopt met het aantal mensen dat er kerkt. Het zal een van de vraagstukken voor de komende jaren worden. Vraagstukken, die we als bisdom niet uit de weg kunnen gaan. Maar niet de belangrijkste. Van belang zal zijn dat we de Heilige Geest binnenlaten en vandaaruit weer in ieders eigen taal uitdragen, al naar de Geest ons te vertolken geeft.
We zouden mogen zeggen dat afgelopen week op de laatste dag van de meimaand in Herten een klein Pinksteren plaats vond. Op de dag waarop we vieren dat Maria haar nicht Elisabeth bezoekt, kwamen in de kerk van Herten mensen samen om dat in verschillende talen te vieren; allereerst door de tientjes van de rozenkrans in verschillende talen te bidden. Als ik het goed onthouden heb in het Portugees, Singalees, Tamil, Pools en Nederlands. Ja, ook in het Nederlands, want ook in onze taal laat Jezus zich kennen. Kwestie van luisteren. Als afsluiting ging de groep met het licht van kaarsen naar Maria, de moeder van de Kerk.
Van welke leeftijd of cultuur we ook zijn, welke taal we ook spreken: de geest van God brengt ons samen en laat ons Zijn woord en elkaars woord verstaan. Dat woord horen we hier in het evangelie van Pinksteren Jezus twee keer uitdrukkelijk tegen de leerlingen zeggen: ‘Vrede zij U.’ Als slot van deze preek wil ik op deze Pinksterdag die woorden voor ons allen herhalen: Zalig Pinksteren en de vrede van de Heer zij altijd met U.
Amen