“Dan zijn er geen slaven en vrijen meer…” (Gal. 3,28)
Tekst: dr. Lambert Hendriks / Foto: Adobe Stock
De afschaffing van de slavernij wordt dit jaar in Nederland groots gevierd met een herdenkingsjaar. Dit begint op 1 juli, precies 150 jaar na de feitelijke afschaffing van de slavernij. Met de Emancipatiewet van 1863 werd er in het Koninkrijk der Nederlanden namelijk een einde aan gemaakt, maar de slaven moesten wel nog tien jaar blijven werken als een soort van overgangsregeling. Daarom is het dit jaar dus 150 jaar geleden.
Heilige Schrift
Ieder weldenkend mens zal terecht vinden dat slavernij onmenselijk en slecht is. Het is niet te begrijpen dat het pas zo kortgeleden is, dat slavernij officieel is afgeschaft. Hiervóór was het iets dat men als een gegeven aanvaardde. Hoe komt dat? Een blik op de geschiedenis laat zien dat slavernij zowat bij heel de mensengeschiedenis heeft gehoord. Over de details daarvan gaat het hier nu niet, maar zelfs in de heilige Schrift komen we al slaven tegen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. De beleving van slavernij zal zeker in veel variaties zijn voorgekomen. Denken we maar aan de regels in het Oude Testament, die golden als een slaaf zijn vrijheid niet terug wilde hebben (Ex. 21,5-6) of aan Paulus, die een slaaf zelfs terugstuurt naar zijn meester (Filem. 1,10-12). Aangezien op tal van plaatsen in de Bijbel de waardigheid van de mens naar voren komt, en ook gesteld wordt dat zowel slaven als vrijen één zijn in Christus (Gal. 3,27-28), is het niet voorstelbaar dat er sprake was van een acceptie van mensonwaardige situaties. Blijkbaar werd slavernij niet als zodanig herkend.
Tegelijkertijd is de vraag waarom ook in de eeuwen daarna – zelfs in het christendom – er zoveel ruimte kon ontstaan voor het gebruiken en zelfs verhandelen van mensen die tot slaaf waren gemaakt: eeuwenlang werden mensen op een mensonterende wijze als handelswaar verscheept en vervolgens uitgebuit. We kijken daar nu op terug als op een bijzonder pijnlijke en schrijnende geschiedenis. De Nederlandse regering heeft er nog niet zo lang geleden namens de Staat haar excuses voor aangeboden.
Afkeurenswaardig
Slavernij kon af en toe rekenen op weerstand, ook vanuit de Kerk, maar toch zou het nog tot de 19e eeuw duren voordat de slavernij categorisch als afkeurenswaardig werd veroordeeld (bijvoorbeeld door de pausen Gregorius XVI en Leo XIII). De redenen voor dit late moment zijn niet altijd even duidelijk. In de Middeleeuwen speelde zeker een rol dat men slavernij acceptabel vond wanneer het om niet-christenen ging. In een volstrekt christelijke samenleving achtte men het juist om niet-christenen anders te behandelen. Wat in ieder geval wel al vroeg door de Kerk werd afgewezen, was het tot slaaf maken van de inheemse bevolking in gebieden die men door oorlogen had overwonnen. Dit was overigens ook het geval als die bevolking niet christelijk was.
De afschaffint van de slavernij staat gelijk aan het erkennen van de waardigheid van werkelijk iedere mens.
Waardigheid mens
Deze geschiedenis van de slavernij heeft geen enkele invloed op de overduidelijke afwijzing van slavernij door de Kerk nu. Het reduceren van een mens tot een object dat ingezet kan worden als een middel en waarover beschikt kan worden, is nooit goed te praten en op geen enkele manier acceptabel. In de loop van de eeuwen heeft men echter beter zicht gekregen op de waardigheid van iedere mens, wie of waar en in welke omstandigheden dan ook. Tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) werd dan ook met een grote vanzelfsprekendheid iedere vorm van slavernij onomwonden veroordeeld (Gaudium et spes, nrs. 27 en 41).
Zoals dat is met het kwaad in de wereld, komt uitbuiting en onderdrukking van mensen ook nu nog steeds voor. Ook vandaag de dag werken mensen, soms zelfs kinderen, in delen van de wereld nog steeds in mensonterende omstandigheden. Nog steeds worden mensen veroordeeld voor het uitbuiten van mensen door ‘moderne slavernij’ (van onderbetaalde fabriekswerkers tot seizoensarbeiders). Gelukkig is daar wel een veel grotere gevoeligheid voor gekomen: denk aan de weerstand tegen het bouwen van de stadions voor het WK in Qatar. Er is een steeds grotere roep om ‘Faire Tradeproducten’, om eerlijk geproduceerde kleding, om het uitbannen van onmenselijke werkomstandigheden in Aziatische landen, en dat is een goede zaak. Het zijn belangrijke signalen, waarmee ook ieder van ons een steentje kan bijdragen aan het nog verder uitbannen van slavernij.
Polarisatie
Er was trouwens niet alleen maar lof voor de excuses van de Nederlandse regering voor het slavernijverleden. Dat heeft echter niet daarmee te maken dat er mensen zijn die slavernij acceptabel zouden vinden. We leven in een tijd waarin polarisatie ontzettend snel grote vormen aanneemt. Hierdoor werd bijvoorbeeld het initiatief om slavernij te erkennen als een zwarte pagina in de Nederlandse geschiedenis, met wantrouwen bejegend. Toegegeven, soms lijken maatschappelijke bewegingen wat door te slaan, bijvoorbeeld wanneer men afdwingt dat het woord ‘slaaf’ vervangen moet worden door ‘tot slaaf gemaakte’, en er bij De Nachtwacht van Rembrandt een bordje wordt gehangen dat er op dat schilderij alleen maar witte mensen te zien zijn. Desalniettemin is de universele afkeer van slavernij natuurlijk lovenswaardig.
Nooit meer
De afschaffing van de slavernij staat gelijk aan het erkennen van de waardigheid van werkelijk iedere mens. Dit is niet alleen in de geschiedenis belangrijk, maar het is natuurlijk ook wezenlijk voor de wijze waarop wij nu zelf naar anderen kijken en waargenomen worden. Laten we daaraan denken als Nederland viert dat de slavernij is afgeschaft: we zijn tot het inzicht gekomen dat slavernij nooit meer mag voorkomen. Zoals gezegd, betekent dat helaas nog niet dat er nu geen slavernij meer bestaat. Maar met de herdenking van de afschaffing van de slavernij, wordt voor iedereen weer duidelijk dat de waardigheid van alle mensen niet ter discussie mag staan.
De Nederlandse bisschoppen hebben onlangs een verklaring uitgegeven over slavernij.
Lees verder >>>