Social Media

Veertigdagentijd

Geplaatst op: 31-03-2025

De eerste zondag van onze veertigdagentijd klinkt altijd het evangelie van de veertig dagen die Jezus doorbracht in de woestijn; een periode waarin Jezus bekoringen kende. Maar voor bekoringen hoef je niet de woestijn in te gaan.

Een wereldberoemd golfspeler sprak een tijd geleden een soort publieke biecht uit over zijn escapades buiten zijn huwelijk. Hij zei: “Het spijt me oprecht: U zult willen weten hoe ik zo egoïstisch heb kunnen zijn, hoe ik dit mijn vrouw en kinderen aan heb kunnen doen. Mijn gedrag was onverantwoordelijk. Ik wist dat wat ik deed fout was, maar overtuigde mezelf dat normale regels niet voor mij golden. Door mijn geld en roem dacht ik dat ik recht had op wat ik deed.” Een man die bezweek, niet voor verleidingen in de woestijn, maar voor de verleidingen rond de golfbaan. 

De duivel, die Jezus nadert en probeert hem te verleiden: we hoeven ons hem niet voor te stellen als een zwart gekleed personage met een staart en een paar lelijke hoorntjes. Duivel komt van het Grieks diabolos: een woord waarin tweedracht verweven is. En tweedracht wordt geboren in ons hart. Verleidingen zijn die zaken die een heel aantrekkelijke kant hebben, maar waarvan we met een gezond gevormd geweten ook heel goed weten dat ze niet deugen, of minstens niet brengen wat ze beloven.

Jezus komt op drie momenten in de verleiding: 

Hij heeft honger en de duivel wijst hem heel attent op zijn macht om een steen in brood te laten veranderen. Met andere woorden: onmiddellijke bevrediging van je eigen behoefte zal je geluk brengen. En menselijke behoeften zijn eindeloos: als het niet meer om brood gaat, gaat het wel om steeds meer of luxueuzer spullen of zelfs maar om een hebbedingetje; de verleiding om meer te zijn door meer te hebben.

De tweede verleiding gaat om meer dan onszelf: die gaat over macht over andere mensen. De duivel toonde Jezus alle koninkrijken van de wereld. Heerser zijn, een eigen koninkrijkje hebben, waarin je de baas bent en niemand anders. Dus niet meer zeggen: Uw wil geschiede, maar mijn wil geschiede. Of het nou gaat om macht over een land of over een bedrijf of in de kerk of  het eigen gezin: de kans om die macht te misbruiken voor eigen doeleinden doet zich overal voor. Het is de kunst om in het eigen hart goed in de gaten te houden dat onze drijfveer niet is om zelf te heersen, maar om dienstbaar te zijn aan anderen. Een mooi voorbeeld daarvan werd uitgesproken in een interview dat de hoogste baas van een grote multinational gaf. De interviewer zei: “Er werken 60.000 mensen voor uw bedrijf. U bent dus een man met grote macht.” Zijn antwoord was: “Nee, geen macht, maar wel grote verantwoordelijkheid.” Hij wist dat het doel van zijn vooraanstaande positie niet was om macht voor zichzelf uit te oefenen, maar om anderen te dienen. Ook dat is een keuze die we in ons eigen hart en verstand maken, iedere dag, bij elke situatie opnieuw: of we over anderen willen heersen of hen willen dienen.

En de derde verleiding is de ultieme: van de tempel afspringen en God dwingen dat hij Jezus zal redden. Daarbij kwamen mijn gedachten bij de onlangs gevoerde discussie dat we als mensen zelf zouden moeten kunnen beslissen wanneer het tijd is om dit leven te verlaten, gewoon omdat we zelf beslissen dat het leven klaar is: is dat niet van de tempel afspringen en God dwingen ons op te vangen? Uiteraard kan een leven in onze beleving voltooid zijn, maar voor een gelovige is het aan God om er een punt achter te zetten. Zelf voor God spelen: een levensgrote bekoring van onze tijd. 

De verleidingen van Jezus toen: het zijn net zozeer onze verleidingen van nu. Als Jezus de woestijn ingaat, dan is hij ‘vervuld was van de Heilige Geest’. Daardoor blijft Hij staande in de beproevingen. De weg naar Pasen ligt voor ons: tijd om zijn Geest te vragen ook ons te vervullen, opdat we zo sterk in onze vergankelijke wereld – met al zijn verleidingen – staan, dat ons hart toch gericht blijft op het eeuwige.  

+ Harrie Smeets 
bisschop van Roermond