Social Media

Wat vieren we van 17 t/m 23 september 2023?

Geplaatst op: 06-09-2023

 

Het ontstaan van het Mattheüsevangelie

Deze week vieren we de feestdag van de Heilige apostel Mattheüs. Hij is ook bekend als een van de vier evangelisten, degenen die het levensverhaal van Jezus hebben opgeschreven. Dit jaar wordt in de Kerk op de zondagen hoofdzakelijk uit het Mattheüsevangelie gelezen. In zijn rubriek ‘Uit de Bijbel’ in het bisdomblad De Sleutel gaat docent Roderick van Attekum elke uitgave in op een ander aspect van het evangelie volgens Mattheüs. Bijgaande tekst komt uit de zomeruitgave.

Wie de vier levensverhalen van Jezus in het Nieuwe Testament naast elkaar legt, merkt dat Mattheüs, Marcus en Lucas veel op elkaar lijken. Zij vertellen vaak dezelfde verhalen in gelijke volgorde en soms zelfs bijna op identieke wijze. De meeste onderzoekers verklaren de sterke overeenkomsten door dezelfde bronnen, die de schrijvers gebruikt hebben. Welke bronnen heeft Mattheüs concreet ter beschikking gehad voor zijn verhaal? En hoe is hij met de gegevens omgegaan?

De eerste drie boeken in het Nieuwe Testament worden samen de ‘synoptische evangeliën’ genoemd. Hun schrijvers Mattheüs, Marcus en Lucas heten ‘de synoptici’. Al in de 2e eeuw plaatste men deze evangeliën in drie kolommen naast elkaar, zodat in een oogopslag de vele overeenkomsten in woorden en opbouw te zien waren. Maar ook de opvallende verschillen. Zo ontstond een goed overzicht, in het Grieks een ‘synopsis’, van deze evangeliën.

De bekende bisschop en kerkleraar Augustinus van Hippo (354-430) was een van de eersten die zich met deze kwestie heeft beziggehouden. Hij meende dat Mattheüs het oudste evangelie was. Daarna had Marcus een kortere versie van zijn verhaal gemaakt. Tenslotte baseerde Lucas zijn geschrift op de twee andere evangeliën. Tot het einde van de 19e eeuw dachten alle geleerden dat de volgorde van de drie evangeliën in de Bijbel overeenkwam met hun ontstaansdatum: eerst had Mattheüs geschreven, toen Marcus en tenslotte Lucas.

Tegenwoordig menen de meeste onderzoekers dat het korte Marcusevangelie geen samenvatting van Mattheüs is, maar juist het oudste. Deze theorie werd bedacht door de Duitse exegeet Heinrich Holtzmann (1832-1910). Nadat Marcus rond het jaar 70 zijn evangelie geschreven heeft, hebben Mattheüs en Lucas zo’n tien jaar later zijn levensbeschrijving van Christus aangevuld met eigen verhalen, die zij van ooggetuigen van de Heer hadden gehoord of misschien persoonlijk met Hem beleefd hadden.

Het valt op dat Mattheüs en Lucas geregeld dezelfde gebeurtenissen of uitspraken van Jezus vertellen, die niet in Marcus voorkomen. Men denkt dat beide evangelisten hiervoor dezelfde bron hebben gebruikt, die echter nooit is teruggevonden. Dit materiaal komt uit bron Q, naar het Duitse woord ‘Quelle’ (bron). Daarnaast vertellen beide evangelisten unieke verhalen, die niet bij de ander te lezen zijn. Deze gegevens komen uit een bron, die de ander niet gekend heeft: respectievelijk bron-M (Mattheüs) en bron-L (Lucas). Mattheüs heeft dus voor zijn evangelie drie bronnen gebruikt: het Marcusevangelie en de hypothetische bronnen Q en M.

Mattheüs’ afhankelijkheid van Marcus is vooral zichtbaar in dezelfde verhaallijn. Ook bij hem is Jezus eerst actief in Galilea (Mt 4–18). Daarna maakt Hij een reis van noord naar zuid (Mt 19–20), die eindigt in Jeruzalem. Na een periode van verkondiging in de heilige stad (Mt 21–25) sterft Jezus aan het kruis. Vervolgens staat Hij op uit de dood en verschijnt meermaals aan zijn volgelingen (Mt 26–28).

Mattheüs heeft het verhaal van Marcus flink uitgebreid met zijn eigen materiaal. Zijn evangelie begint niet met de doop van de volwassen Jezus in de Jordaan, maar met de aankondiging, geboorte en de eerste levensjaren van Jezus. Deze verhalen vormen samen het zogenaamde Kindheidsevangelie (Mt 1–2). Ze geven antwoord op de groeiende nieuwsgierig van de christenen naar de afkomst van Jezus en creëren een perfecte overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament. Ook de gebeurtenissen van Pasen worden uitvoeriger verteld. Hoofdstuk 28 schetst hoe de verrezen Jezus eerst verschijnt aan de beide Maria’s in Jeruzalem en vervolgens aan de elf apostelen op een berg in Galilea.

Onderzoekers vinden het zeker zo interessant om na te gaan hoe Mattheüs sommige verhalen, die hij heeft overgenomen uit Marcus, heeft aangepast. Zo worden de leerlingen in zijn evangelie veel positiever gepresenteerd. Marcus onderstreept dat de apostelen Jezus vaak niet begrijpen. Zo snappen zij de parabel van de Zaaier niet (Mc 4,13), alsook de aankondiging van zijn lijden, sterven en verrijzen (Mc 9,32). Mattheüs portretteert de apostelen daarentegen als goede studenten van hun meester Jezus, die meteen snappen wat Hij zegt. Ook erkennen zij niet pas na Pasen dat Jezus de Zoon van God is, zoals in het Marcusevangelie, maar dat inzicht bezitten zij al tijdens Jezus’ aardse leven. Zo vertellen Marcus en Mattheüs allebei over de storm op het Meer van Galilea, die Jezus stilt. In Mc 6,51-52 staat dat de leerlingen niet tot het inzicht komen dat Jezus als Gods Zoon ook macht heeft over natuurkrachten. In Mt 14,33 werpen de apostelen zich in aanbidding voor Jezus neer als Hij in de boot stapt, terwijl ze belijden: “Waarlijk, Gij zijt de Zoon van God!”

De positieve presentatie van de apostelen in Mattheüs heeft te maken met de hoofdtaak, die zij krijgen aan het einde van zijn boek. Wanneer Jezus in Galilea aan hen verschijnt, geeft Hij hun de opdracht om alle volkeren tot zijn leerlingen te maken door hen te dopen en te leren om zijn woord te onderhouden. Door de apostelen als uitmuntende leerlingen van Jezus te presenteren, verzekert Mattheüs ons dat zij daadwerkelijk goede leraren zullen zijn. Hun heldere en gelovige kijk op Jezus als Gods Zoon zal velen innerlijk raken. Ondertussen is de Blijde Boodschap, mede door het bestaan van het Mattheüsevangelie, inderdaad bekend geraakt onder alle volkeren van de wereld: het vertrouwen van Mattheüs in de apostelen was dus terecht.

Roderick van Attekum,
docent exegese aan het Grootseminarie Rolduc  

 

Illustratie: afbeelding evangelist Mattheüs in de Petrus & Pauluskerk in Landgraaf