Wat vieren we van 24 t/m 30 december 2023?
- Zondag 24 december: 4e Zondag van de Advent
- Zondag 24 december: Kerstavond
- Maandag 25 december: Kerstmis | Geboorte van de Heer
- Dinsdag 26 december: 2e Kerstdag | H. Stefanus
- Woensdag 27 december: H. Johannes
- Donderdag 28 december: HH. Onnozele Kinderen
- Vrijdag 29 december: H. Thomas Becket
- Zaterdag 30 december: Zaterdag onder het octaaf van Kerstmis
Wie is wie in de kerststal?
Dit jaar bestaat de kerststal 800 jaar. Het was de heilige Franciscus van Assisi die in 1823 voor het eerst een levende kerststal opzette. Daar stonden toen alleen een os en een ezel in. Sindsdien is de kerststal uitgebreid met andere figuren. Wie is wie in de kerststal?
Het kind Jezus
Het kind Jezus is natuurlijk de centrale figuur in de kerststal. Hij is de zoon van God, wiens geboorte als mens met Kerstmis wordt gevierd. Het Jezuskind wordt bijna altijd weergeven op wat hooi en stro in een voerbak, zoals ook in het evangelie van volgens Lucas beschreven staat (Lc. 2,7). In de meeste kerststallen is Jezus veel ouder dan een pasgeboren baby. Dat kan ermee te maken hebben dat in de oudste christelijke kunst zelden of nooit kinderen werden afgebeeld. Om de relatie tussen Kerstmis en Pasen duidelijk te maken, werd de kribbe soms ook als sarcofaag of altaar weergegeven. Vaak ligt voor de kribbe een lam: het Paaslam. In veel kerststallen heeft het Jezuskind ook een aureool met een kruis (kruisnimbus), wat ook een verwijzing naar Pasen is.
Maria
Dat Maria als moeder van het Jezus in de kerststal te vinden is, is niet voor de hand liggend. Maar het is ook theologisch verklaarbaar. Via haar is Jezus – Gods Zoon – mens geworden. Daarmee speelt ze een belangrijke rol in de heilsgeschiedenis. Door de eeuwen heen is Maria op allerlei manieren afgebeeld: liggen in het kraambed, als voedende moeder of in de verte starend als een moeder die de toekomst van haar kind al voor zich ziet. Vanaf de 15e eeuw werd Maria vooral knielend in aanbidding voor haar kind afgebeeld. Die laatste variant is nog altijd de meest voorkomende. De volksvroomheid heeft zich het meest herkend in Maria als moeder van het geloof in haar goddelijke Zoon.
Jozef
Jozef is pas later in de kerststal terechtgekomen. We komen hem meestal tegen in zijn rol als voedstervader, stiefvader zouden we tegenwoordig zeggen. Ook hij wordt meestal in een aanbiddende houding weergegeven. Een enkele keer is hij in de weer met dienstwerk voor moeder en kind: eten bereiden of vuur aanwakkeren. Toch is de rol van Jozef wezenlijk, want via hem gaat de stamboom van Jezus terug tot koning David en hun stamplaats Bethlehem.
Herders
Nog vóór Jozef en Maria kwamen de herders al voor in voorstellingen van het kerstverhaal. Natuurlijk omdat ze in het Lucasevangelie genoemd worden, maar ook omdat ze het idee symboliseren van Jezus als herder van zijn volk. Later is men in de herders ook de armen en verstotenen gaan zien aan wie Jezus zich als eerste heeft geopenbaard. Niet de Schriftgeleerden of de machtigen der aarde, maar de allerarmsten leerden Jezus als eerste kennen: een duidelijke erkenning dat rangen en standen voor God niet uitmaken.
Os en ezel
Hoewel ze in het evangelie helemaal niet voorkomen, zijn de os en de ezel de eerste figuren die Franciscus in zijn levende kerststal opnam. Hij greep daarmee terug op een tekst van de profeet Jesaia, die zegt: “Een os kent zijn eigenaar, een ezel de kribbe van zijn meester; maar Israël weet van niets, mijn volk heeft geen begrip” (Jes. 1,3). De os (een rein dier) wordt soms ook gezien als beeld van het jodendom en de ezel (een onrein dier) als beeld van de heidenen. Dat Jezus tussen de os en de ezel geboren werd, is een teken dat hij voor alle mensen gekomen is. Daar komt nog bij dat een os in het Hebreeuws ‘sjoor’ en in het meervoud ‘sjoriem’ (schorem) wordt genoemd. Een ezel is in het Hebreeuws ‘wechoor’ en in het meervoud ‘wechamoriem’. Sjoriem-wechamoriem is in het Nederlands ‘schorriemorrie’ geworden, uitschot. De laagste sociale klasse leerde Jezus als eerste kennen.
Engelen
Engelen zijn het personeel van Onze-Lieve-Heer. Zij vervullen de rol van intermediair tussen de hemel en de aarde. Engelen brengen boodschappen van God over aan de mensen. Het is een engel die aan Maria vertelt dat ze zwanger zal worden, een engel laat Jozef weten dat hij gerust met Maria kan trouwen en in het kerstverhaal zijn het de engelen die aan de herders de blijde boodschap komen brengen dat in de stad van David de redder is geboren.
Driekoningen
De Driekoningen zijn misschien wel de meest wonderlijke figuren in de kerststal. In het evangelie wordt nergens gezegd dat het koningen zijn en ook niet dat het er drie zijn. Bij Mattheüs lezen we dat er ‘magiërs uit het oosten in Jeruzalem aankwamen’ (Mt. 2, 1). Met magiërs worden op meer plekken in de Bijbel niet-Joodse geleerden bedoeld. Hen omschrijven als ‘wijzen uit het oosten’ is dus helemaal niet verkeerd. Maar hoe men er in de 3e eeuw toe gekomen is om er koningen van te maken, is niet helemaal duidelijk. Mogelijk is het afgeleid uit een psalmtekst die zegt dat ‘koningen geschenken aandragen’ en in Jesaja 60,6 staat dat belangrijke personen van verre naar het licht trekken en goud en wierook meebrengen. Het aantal van drie wordt afgeleid uit de geschenken die ze meebrengen: goud, wierook en mirre. In de 9e eeuw krijgen ze ook namen: Caspar, Melchior en Balthazar. De traditie wil dat de Driekoningen ook voor de toen bekende werelddelen staan: Afrika, Azië en Europa: weer een teken dat Jezus voor alle volken op aarde gekomen is.