Social Media

Preek chrismamis 2019

Geplaatst op: 25-11-2024

‘Jezus ging naar zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge.’,hoorden we juist in het evangelie. Nog geen halve eeuw geleden kon dat van heel wat Limburgers gezegd worden: niet dat ze naar gewoonte op de sabbat naar de synagoge gingen, maar wel dat ze naar gewoonte op zondag naar de kerk gingen. En met zo’n goede gewoonte was en is niks mis. Nog altijd doen mensen dat: ze hebben geen zondag als ze niet naar de kerk zijn geweest. Maar we moeten ook concluderen dat in onze tijd heel wat mensen die weg op de rustdag niet meer gaan; evenzeer naar wat hun gewoonte is geworden.

In de afgelopen 50 jaar is er in onze parochies veel werk verzet: ‘naar onze gewoonte’ werd er gedoopt en begraven en alles wat er tussen begin en einde van het leven zich kon afspelen en waarin de kerk een rol speelde. En toch moeten we durven concluderen dat wat we uit gewoonte deden, niet meer genoeg lijkt om de toekomst in te gaan.

Dat er dingen uit gewoonte gebeurden in onze parochies, wil overigens niet zeggen dat het uit sleur gebeurde of niet bezield was. En ook niet dat er niet vele nieuwe vormen werden geprobeerd om een levendige kerk te vormen.Maar toch: dat wat we gewoon zijn te doen, blijkt niet voldoende.

Jezus begint hier in het evangelie ook met zijn goede gewoonte. Hij gaat naar de synagoge. Maar daar blijft het niet bij. Hij leest uit Jesaja, de profeet van zoveel eeuwen eerder, de man die van Godswege gezalfd is om de blijde boodschap te brengen; om een genadejaar af te kondigen van de Heer.

Jezus leest eeuwenoude woorden, die de trouwe synagogebezoekers zeker herkend zullen hebben, want ook zij zullen – uit goede gewoonte en joods plichtsbesef – op sabbat naar de synagoge zijn gegaan. Al honderden jaren zijn die woorden hetzelfde. Maar deze keer worden ze anders. Jezus voegt er namelijk aan toe: ‘Deze woorden zijn nu in vervulling gegaan.’

Het visioen van Jesaja wordt werkelijkheid op het ogenblik dat Jezus het uitspreekt.Dan komen we –als 21e-eeuwers – wellicht in de verleiding om te denken: ‘Ja, dat was toen. Toen Jezus optrad als mens heeft hij inderdaad blinden laten zien, lammen laten lopen, doven laten horen: een genadejaar van de Heer afgekondigd. Dat was toen.’ 

Maar gelovig bezien, is er méér waar: het woord van Jezus maakt ook vandaag nieuw, gaat ook nu in vervulling.Jezus breekt niet met wat was; hij volgt de gewoonte, hij volgt wat hem is gegeven en wat goed is, maar tegelijkertijd maakt hij het nieuw.

Wat we aan Limburgs kerkelijk leven gewoon zijn: de manier waarop we gewoon zijn kerk te vormen, is niet ouderwets, maar vraagt wel om opnieuw vervuld worden, om opnieuw in vervulling te gaan. Ook vandaag, in deze tijd. Het woord dat wij hebben gehoord, moet in onze tijd opnieuw in vervulling gaan.Dat begint met Gods genaderijke woord en met ons openstaan voor die woorden: ons geloof dat Hij die woorden opnieuw in vervulling kan laten gaan.

Christus heeft ons zeker ook in de sacramenten – de middelen om die genade te ontvangen – nagelaten: morgen op Witte Donderdag herdenken we dat hij ons Zijn Lichaam en Bloed geeft. We gaan dat zo dadelijk weer vieren. Dat is het grote mysterie van ons geloof waarin dat genadejaar van de Heer telkens opnieuw kan beginnen.

Telkens opnieuw: op 27 april 1853 nam Mgr. Paredis in deze kerk plaats op de zetel van Roermond. De kerkelijke hiërarchie begon opnieuw. Na de inbezitneming van de zetel celebreerde hij de H. Mis, met naast hem de dekens van Gulpen en Venlo, zo weten we uit de stukken.Toevallig zijn vandaag ook weer de dekens van Gulpen en Venlo hier aanwezig. 

Zo’n 20 jaar na het overlijden van Mgr. Paredis is de kelk van hem weggeschonken en verdween ze uit het zicht van ons bisdom. Al die tijd heeft de ontvangende partij,die kelk trouw bewaard. De kelk was in gebruik bij de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid, beter bekend als de zusters van het ziekenhuis in Sittard. Bij gelegenheid van mijn wijding hebben de zusters de kelk en pateen van Mgr. Paredis aan het bisdom terug geschonken.Dadelijk, bij het aanbrengen van de gaven, zullen de zusters de kelk aanbieden. In dankbaarheid aanvaarden we deze als Limburgse kerk. 

Maar met het aanvaarden van deze gave, aanvaarden we ook een opgave: om de opdracht te blijven vervullen die Jezus ons gegeven heeft om het mysterie van zijn lichaam en bloed te blijven vieren. Opdat, voortkomend uit de goede gewoonte die ons samenbrengt, opnieuw een genadejaar van de Heer over ons mag komen.

Een keer per jaar is de chrismamis. Voor ons ligt geen jaar, waarin we ons laten leiden door gedachten over vroeger toen alles beter was, of de toekomst waarin het alleen maar minder wordt, maar een jaar, een tijd van leven, waarin we zelf de blijde boodschap omarmen, en in welke hoedanigheid in de kerk dan ook: als leek, religieus, diaken, priester of bisschop; in elke vorm van verbondenheid, gevoed door zijn Woord, genadig zijn voor elkaar. In Christus naam. Amen.