Social Media

Andreas Creusen

Geplaatst op: 16-07-2024

4e Bisschop van Roermond: 1651 – 1657
Geboren: 1591 Maastricht
Bisschopswijding: 1651 Brugge
Gestorven: 1666 Brussel             
Begraven: 1666 Mechelen
Voordien: grootaalmoezenier keizerlijk leger Duitsland
Nadien: aartsbisschop van Mechelen
Wapenspreuk: Victrix fortunae sapientia (Wijsheid overwint het lot)

 

Twaalf lange jaren gingen voorbij voordat het Roermondse bisdom een nieuwe herder binnen haar grenzen mocht verwelkomen. De verwachting van de vorige bisschop A Castro, dat het een hele tijd zou duren voordat een opvolger gevonden zou worden, ging dus duidelijk in vervulling. In deze tussenliggende periode oefenden twee domheren het bestuur ad interim uit, te weten Balduinus de Gaule en Antonius Bosman.

Het meest op de voorgrond tredende feit tijdens de bestuursperiode van Balduinus de Gaule (1639-1645) is zijn stimuleren van bedevaarten naar Kevelaer, welke plaats in die tijd nog deel uitmaakte van het Roermondse bisdom. De Gaule gaf toestemming om de kapel in Kevelaer te bouwen, die aan de basis stond van de verdere uitbouw van dit bedevaartsoord. Nadat de Gaule ontslag had genomen koos het Roermondse kapittel de kanunnik van de domkerk Antonius Bosman tot vicarius capitularis. Deze bleef in functie, totdat bisschop Creusen in Roermond geïnstalleerd was. In deze twaalf jaren had de regering in Brussel niet stilgezeten. Verschillende kandidaten waren de revue gepasseerd, maar of door de paus te licht bevonden voor het zware Roermondse herdersambt, of ze weigerden zelf de benoeming, of ze stierven voordat ze een eventuele benoeming hadden kunnen aanvaarden. Uiteindelijk echter viel de naam van Andreas Creusen, die zowel voor regering als ook voor de kerkelijke overheid een aanvaardbare keus bleek te zijn.

Andreas Creusen (1591-1666) was een telg uit een illustere Maastrichtse familie. Zijn vader was burgemeester van de stad geweest zoals bisschop Creusens broer Hubertus dat later zou worden. Zijn oudste broer Michiel werd kanunnik van de St. Bavo te Gent en domheer van de St. Servaas te Maastricht.

Bisschop Creusens opleiding is internationaal te noemen. De eerste beginselen van de letterkunde en van het Latijn leert hij achtereenvolgens aan de kapittelschool van St. Servaas en het college van de paters Jezuïeten te Maastricht. Daarna verbleef de jonge Creusen in Rome en later in Wenen, waar hij promoveerde tot 'doctor in de theologie. De in Wenen residerende keizer Ferdinand Il zocht hem aan als adviseur en benoemt hem enige tijd later tot grootaalmoezenier van de keizerlijke legers in Duitsland en Hongarije. De keizer zorgde er tevens voor, dat Creusen kanunnik en scholaster bij het domkapittel te Kamerrijk werd, waar hij in 1641 de aanstelling tot aartsdiaken van Brabant ontving. Op 23 juli 1651 werd Creusen in Brugge tot bisschop gewijd, samen met Karel van den Bosch, de nieuwe bisschop van Brugge. Vermeldenswaardig bij deze gelegenheid is de aanwezigheid van de grote Nederlandse dichter Joost van den Vondel. Speciaal voor dit gebeuren had deze een gedicht geschreven, dat eindigt met de zinnen:

Volhard tot steun voor Christus' Rijk,
Dat gij uw kudden aan ziet groeien,
Zo lang de Lei en Maas bevloeien
Uw vruchtbaar oevers van weerszij,
De Hemel zette U krachten bij.

De benarde toestand van het bisdom maakte het zeker gewenst, dat ‘de Hemel' bisschop Creusen ‘krachten bij zou zetten'. Tijdens de ,bisschopsloze' periode waren verscheidene misbruiken op godsdienstig gebied ingeslopen. De nieuwe bisschop had er de handen aan vol om de gegroeide wantoestanden uit te bannen. Zo hadden bijvoorbeeld vele geestelijken weinig of geen inkomsten, waardoor zij hun taken niet naar behoren konden uitvoeren. De tienden, die eigenlijk voor deze priesters bestemd waren, kwamen in het bezit van rijke heren, kloosters of abdijen, die weigerden deze inkomsten af te staan. Het ergernis gevende feit deed zich zelfs voor, dat sommige pastoors, die inkomsten genoeg genoten, weigerden hun kapelaans daarin te laten delen. Om deze moeilijkheden te omzeilen stichtte bisschop Creusen enige nieuwe kapelaniën, die hun eigen inkomsten ontvingen. Daarnaast stelde hij ten dienste van de geestelijken in het bisdom een bundel statuten samen, diende hij het H. Vormsel toe en onderrichtte hij het volk en bevestigde het in het geloof.

Gedurende zes jaren diende Andreas Creusen God, Kerk en kerkvolk als bisschop van Roermond. Daarna werd 66-jarige leeftijd benoemd tot aartsbisschop van Mechelen. In de betrekkelijk korte tijd dat hij als bisschop van Roermond optrad kon hij, blijkens de toespraken bij zijn afscheid, niet alle moeilijkheden tot een bevredigende oplossing brengen. Terwijl hij bij die gelegenheid de wens opperde, dat de kanunniken tijdens de ‘sede vacante’ een goede vicarius capitularis en officiaal zouden benoemen, die de ingeslopen misbruiken zouden kunnen helpen uitroeien, vroeg de domdeken in zijn rede zijnerzijds verschoning voor het geval er ooit een minder vriendschappelijke verhouding tussen de bisschop en kapittel zou hebben bestaan.

Na een negen jaren durende bestuursperiode van het aartsbisdom Mechelen, overleed Creusen op 75-jarige leeftijd te Brussel. Hij vond zijn laatste rustplaats in de domkerk van Mechelen waar hij een prachtig grafmonument had laten oprichten.

Na bisschop Creusens vertrek uit Roermond had het kapittel Jacobus van Oeveren opgedragen de bestuurlijke zaken in het Roermondse bisdom waar te nemen, totdat de nieuwe bisschop geïnstalleerd zou worden.