Social Media

Franciscus Boermans

Geplaatst op: 16-07-2024

16e Bisschop van Roermond: 1886 - 1900 
Geboren: 1815 Venlo
Bisschopswijding: 1885 Roermond      
Gestorven: 1900 Roermond
Begraven: 1900 Roermond
Voordien: bisschop-coadjutor van bisschop Paredis
Nadien: n.v.t.
Wapenspreuk: In fide fides (Trouw in het geloof)

 

Het overlijden van mgr. Paredis leverde qua opvolging geen problemen op. In de persoon van Frans Boermans had de bejaarde Roermondse bisschop in zijn laatste levensjaar een helper gekregen, die hij sinds langere tijd kende en waardeerde. Omdat mgr. Boermans was benoemd tot Paredis' coadjutor met recht van opvolging, nam hij onmiddellijk na diens dood plaats op de Roermondse bisschopszetel.

Ruim zeventig jaren voor deze ambtsaanvaarding werd Franciscus Antonius Hubertus Boermans ingeschreven in de registers van de Venlose burgerlijke stand. Hij was de jongste zoon van een kinderrijke goudsmidfamilie. Opgroeiend aan de oevers van de Maas ontwikkelde de jonge Boermans zich tot een intelligente jongeling. Niet verwonderlijk daarom dat hij zijn gymnasiale studie bij de Boxmeerse paters Karmelieten summa cum laude afsloot.

Zich geroepen wetend tot de geestelijke stand vertrok hij naar het seminarie te Rolduc om daarna zijn opleiding te vervolgen op het Luikse groot seminarie. De priesterwijding werd hem toegediend door de toenmalige bisschop van Luik, mgr. Van Bommel. De eerste standplaats in Boermans lange priesterleven werd Roermond, waar hij als kapelaan zijn kwaliteiten in de zielzorg ontplooide. De manier waarop hij kort daarna tot een andere taak geroepen werd, staat in de archieven beschreven in de vorm van een anekdote: "De eerste benoeming, die bisschop Paredis deed, moest, wijl er nog geen gedrukte formulieren bestonden, geheel geschreven worden. Kapelaan Boermans werd daarmede belast en deze bood het stuk de Vicarius Apostolicus ter tekening aan. Nadat mgr. Paredis zijn contraseign onder het stuk had geplaatst, verzocht hij kapelaan Boermans, met de woorden "teeken gij dit stuk ook", de benoeming als secretaris te teekenen. Aldus was kapelaan Boermans door den uitdrukkelijken wensch van zijn bisschop tot de moeilijke betrekking van bisschoppelijk secretaris geroepen...."

Met grote plichtsbetrachting kweet secretaris Boermans zich van zijn nieuwe taak, waarbij hij inzicht en ernst aan een taaie werkkracht paarde. Daarnaast bleef hij een graag geziene prediker in de Roermondse Munsterkerk, wat aan zijn aangeboren welsprekendheid en zijn vuur om Gods woord te verkondigen te danken was. Bovendien vond hij naast zijn drukke werkzaamheden ook nog de tijd om als aalmoezenier de in het plaatselijke garnizoen gelegerde soldaten met raad en daad terzijde te staan en op verzoek van mgr. Paredis "den bedelstaf ter hand te nemen en liefdegaven in te zamelen voor het noodlijdende vicariaat".

Lange jaren zette Boermans op deze wijze zijn beste krachten in voor geloof en Kerk in het Roermondse diocees. Bisschop Paredis wilde zijn secretaris belonen voor diens toewijding en ijver en benoemde hem tot pastoordeken van Weert. Vermeldenswaard is hierbij de reactie van Boermans 90 jaar oude moeder, toen hij haar zijn nieuwe benoeming mededeelde, waardoor hij haar, die stervende was, moest achterlaten: "Frans, voor uwe moeder zijt gij geen priester geworden; doe uw plicht...."

Ook in Weert zou Boermans in zijn priesterlijk werken meer dan zijn plicht doen. Zo was hij nauw betrokken bij de oprichting van het St. Jans Gasthuis, waarin vele oude mannen, vrouwen en hulpbehoevenden van een rustige levensavond konden genieten. Verscheidene door de "Kulturkampf" uit Duitsland verdreven zusterkloosters bezorgde hij een goed onderkomen binnen de Weerter grenzen. Deze Boermans werd, zoals de archieven zeggen "zegen verspreidend, troost brengend en het eenige, allerhoogste levensdoel om 'God te dienen' voor oogen en door de trouwe en nauwgezette vervulling van zijn priesterplicht, aller vriend."

In 1877 teruggeroepen naar Roermond waar hij pastoordeken werd, stond hij door zijn arbeid spoedig ook bij de gelovigen in hoog aanzien. De verdiensten van de deken werden dusdanig gewaardeerd dat paus Leo XIII hem benoemde tot proost van het kathedraal kapittel en in 1882 tot geheim kamerheer. Overtuigd van Boermans uitstekende capaciteiten droeg bisschop Paredis, die zijn zware taak niet alleen meer vermocht te vervullen wegens zijn zwakke gezondheid, zijn oud secretaris en vertrouweling in Rome voor om zijn coadjutor te worden. Deze keer, 17 jaar eerder had hij reeds vergeefs ditzelfde verzoek gedaan, stemde Rome toe waarbij Frans Boermans tevens tot bisschop werd benoemd. Op 30 juni 1885 ontving hij de bisschopswijding in de Roermondse kathedraal uit handen van de Utrechtse aartsbisschop mgr. Snickers.

Direct begon de nieuwe bisschop aan zijn taak, waarbij hij veel van mgr. Paredis werkzaamheden op zich nam. Lange tijd zouden de beide vrienden niet meer bij elkaar zijn: na een kortstondige ziekte stierf mgr. Paredis op 18 juni 1886. Nog diezelfde avond had in de tegenwoordigheid van het kathedraal kapittel de intronisatie van mgr. Boermans plaats. De katholieke pers roemde de persoonlijkheid en de karaktereigenschappen van Boermans. Maar er waren ook schampere geluiden te horen. Vooral zij die met het beleid van mgr. Paredis niet gelukkig waren geweest, uitten hun vrees, dat diens opvolger in gelijke zin zou gaan optreden. Dit te meer daar hij reeds zovele jaren intimus van de bisschop was geweest. Mgr. Boermans koos de tekst "in fide fides" ("trouw in het geloof") als devies.

Onder zijn bewind maakte Limburg kennis met de eerste industriële nederzettingen. De eerste mijnen gingen open en de eerste sociale onrust onder de arbeiders in Maastricht deed van zich spreken. In de bestuursperiode van mgr. Boermans werden de eerste kerkelijke en buitenkerkelijke organisaties opgericht: de arbeiders kregen hun katholieke arbeidersvereniging, de boeren organiseerden zich en de onderwijzers richtten de katholieke onderwijzersbond op als strijdwapen tegen de liberale en socialistische onderwijzersorganisaties. Onder mgr. Boermans' episcopaat kwam tevens de eerste katholiekendag - gehouden op 15 augustus 1899 te Maastricht - tot stand.

Een half jaar na deze datum overleed mgr. Boermans, ondanks zijn hoge leeftijd, nog vrij onverwacht. De requiemmis werd opgedragen door de aartsbisschop van Utrecht, mgr. Van de Wetering. In de lijkrede schetste deken Corten van Roermond de overledene als een man van geloof, een ijverig priester en een zichzelf opofferende bisschop.