Social Media

Henricus Kerens s.j.

Geplaatst op: 16-07-2024

12e Bisschop van Roermond: 1770 - 1775 
Geboren: 1725 Maastricht
Bisschopswijding: 1770 Wenen
Gestorven: 1792 Wenen
Begraven: 1792 Sankt Polten
Voordien: rector Collegium Theresianum te Wenen
Nadien: bisschop van Neustadt en later Sankt Polten
Wapenspreuk: Pande et mande (Open en eet)

 

De deken van de Roermondse kathedraal, Johannes Dispa, die reeds eerder was opgetreden als vicarius capitularis, ambieerde na bisschop De Robiano's dood deze functie opnieuw. Ondanks zijn verzet koos het kathedraal kapittel echter kanunnik Costerius tot vicarius capitularis sede vacante. Als eerste stelde deze de regering, de pauselijke nuntius en de Belgische bisschoppen in kennis van De Robiano's overlijden.

Lang bleef de bisschopszetel ditmaal niet onbezet. Een half jaar na zijn ambtsaanvaarding ontving Costerius een schrijven van Johannes Kerens waarin deze van zijn benoeming en wijding tot bisschop van Roermond berichtte. Op 29 mei 1770 arriveerde Kerens in Roermond waar hij persoonlijk de bisschopszetel in bezit nam.

Henricus Johannes Kerens werd geboren te Maastricht als telg uit een oud patriciersgeslacht. Kerens had drie broers, van wie er twee eveneens toetraden tot de geestelijke stand. De derde broer zou later, zoals zijn vader, burgemeester van Maastricht worden. Tijdens zijn gymnasiale studies bij het Maastrichtse college der paters Jezuïeten, gaf Kerens blijk over een behoorlijke dosis intelligentie te beschikken. "In de regel was hij de beste van de klas", zoals de kroniekschrijver vermeldde. Zijn leermeesters en hun idealen hadden schijnbaar een diepe indruk gemaakt op de jonge Kerens, want na beëindiging van het gymnasium trad hij toe tot de Ignatiaanse Orde.

In de lange voorbereidingsperiode die deze Orde kent, volgde hij allereerst een studie in de letterkunde waardoor het hem mogelijk werd als docent zijn kennis op dit gebied door te geven. Daarnaast begon hij met de theologiestudie, die hij weliswaar binnen korte tijd met goed gevolg afsloot, maar niet op de plaats waar hij wellicht gedacht had. De Oostenrijkse Successieoorlog gooide namelijk roet in het eten, i.c. de studie. De Jezuïeten die zich veelal op het onderwijs hadden toegelegd, ondervonden veel last van de vijandelijkheden tussen Oostenrijk en Frankrijk; een strijd die ook tot in onze streken doordrong. Ten einde hun colleges en huizen enigermate te ontlasten stuurden de Jezuïetenoversten jonge ordebroeders naar Oostenrijk en Bohemen. Daar studeerden zij aan universiteiten waaraan ordegenoten als docent verbonden waren. Een van deze jonge ordebroeders was Kerens die de opdracht kreeg naar Olmutz te gaan en daar zijn theologiestudies te voltooien. Dat gebeurde in het jaar 1752, in welk jaar hij tevens de priesterwijding ontving.

Aangezocht door de regering en met verlof van zijn religieuze oversten werd Kerens achtereenvolgens leraar en rector van het Weense ‘Collegium Theresianum’. Hij maakte zich daar zo verdienstelijk dat de keizerin besloot hem met een hogere waardigheid te bekleden. Het overlijden van de Roermondse bisschop De Robiano deed haar dit besluit in daden omzetten: zonder de voordracht van het Roermondse kapittel af te wachten en zelfs buiten medeweten van het Brusselse hof, benoemde zij Kerens tot Roermonds nieuwe kerkvoogd. Hij werd tot bisschop gewijd nadat de paus hem van zijn kloostergeloften had ontheven.

Kerens benoeming mocht weliswaar verrassend zijn, zijn komst vond veel bijval bij zowel bevolking alsook de geestelijkheid. Naar de kroniekschrijver verhaalt, was Kerens dan ook een uitstekend, zij het soms omstreden, bisschop. Sommigen beweerden namelijk dat hij te veel de lijn van de Oostenrijkse staatsmacht volgde, wiens belangen vaak niet strookten met die van de Kerk. Edelmoedig, goedhartig en minzaam jegens iedereen stond hij bij velen hoog in aanzien. Bovendien was hij bij machte in de korte periode dat hij het bisdom bestuurde, de financiële situatie van het diocees sterk te verbeteren.

Twee jaren slechts leefde en werkte Kerens in het Roermondse. In het najaar van 1772 vertrok hij naar Wenen om er een bezoek aan de keizerin te brengen. Nauwelijks een maand na zijn aankomst benoemde de vorstin Kerens tot bisschop van Neustadt en tot apostolisch vicaris van de Koninklijke legers. Door allerlei omstandigheden vertraagd, arriveerde de pauselijke bevestiging van deze benoeming pas in het voorjaar van 1775. Bisschop Kerens die in de tussenliggende drie jaren in Oostenrijk was gebleven, kon vervolgens bezit nemen van zijn nieuwe bisdom. Tezelfdertijd stelde hij het Roermondse kapittel hiervan in kennis. De Roermondse bisschopszetel was wederom vacant.

Na de reorganisatie van de Oostenrijkse bisdommen door keizer Joseph II, vinden wij Kerens terug als bisschop van het nieuwe bisdom St. Pölten. Tijdens een reis naar Wenen in 1792 werd hij geveld door een ziekte, waaraan hij uiteindelijk op 68-jarige leeftijd bezweek. Zijn ontzielde lichaam werd overgebracht naar Sankt Pölten, waar het in de kathedraal werd bijgezet.